Winterswijk kent een voor Nederland unieke bodemopbouw met daarnaast unieke hoogteverschillen. Dit levert niet alleen klimaatadaptieve uitdagingen op, maar biedt ook kansen. De gemeente Winterswijk en de provincie Gelderland willen deze met behulp van de Universiteit van Wageningen (WUR) in kaart brengen. Tegelijkertijd is Winterswijk bezig met de herinrichting van woonwijken en dat biedt mogelijkheden om dit meteen aan de praktijk te toetsen. Te beginnen in de wijk De Pas.
WUR helpt Winterswijk met klimaatadaptieve maatregelen bij herinrichting wijken
In de Winterswijkse ondergrond komen veel verschillende structuren terug. Waar normaal gesproken de lagen onder elkaar liggen en je hele grote stukken dezelfde ondergrond hebt, zijn die lagen in Winterswijk door bewegingen in de ondergrond en door de ijstijd opgeschoven. Hierdoor zitten aan de oppervlakte hele oude grondsoorten en kun je op iedere vierkante meter een andere ondergrond tegenkomen, vertelt Joyce Ras, tot voor kort aanjager van de klimaatstrategie en nu medewerker cultuurhistorie bij de gemeente Winterswijk.
“Dat maakt het voor de WUR een interessant gebied. Vroeger werd er meer vanuit het landschap ingericht, dus die oude structuren zijn vaak heel logisch. Na de oorlog werd er meer vanuit de maakbaarheidsgedachte en vanaf de tekentafel ontworpen, waardoor andere systemen zijn bedacht. Maar als je meer vanuit de bodem en water stuurt, passen de systemen van de WUR en het erfgoed in Winterswijk goed bij elkaar.”
Klimaatstrategie
De gemeente heeft in september vorig jaar een klimaatadaptatiestrategie vastgesteld en staat daarover in contact met de provincie, waar parallel een traject liep over onder andere vitaal platteland. Zo ontstaat ook de samenwerking met de WUR: de provincie is partner van de WUR in een samenwerkingsproject over klimaatadaptieve stedelijke ontwikkeling, Winterswijk is de locatie.
Ras: “Met de WUR heeft de gemeente drie gebiedstypen in het centrum als casussen uitgekozen: De Pas vanwege de zandgronden, De Hakkelerkamp waar klei de infiltratie belemmert en de Whemerbeek met het beekdal en veel wateroverlast. Zo kwam de wijkaanpak van De Pas en het onderzoek van de WUR mooi samen en kun je de theorie aan de praktijk toetsen.”
De Pas als toetssteen
De wijkaanpak van De Pas in Winterswijk ging van start in 2019. Doelstelling is om met de wijkbewoners en betrokken organisaties te werken aan een krachtige vitale wijk, waarin bewoners zich thuis voelen. “Die wijkaanpak rust op drie pijlers”, vertelt Peter Blaauwehand, projectleider bij de gemeente en als lid van het kernteam UitdePas actief in het bouwteam. “Verduurzamen van de woningen, het vernieuwen van de openbare ruimte en de sociale samenhang van de wijk vergroten.”
De Pas is een wijk uit de jaren 70 en 80 en toe aan vernieuwing, deels omdat de bewoners tegenwoordig andere wensen hebben: ze zijn ouder, de kinderen zijn opgegroeid en er zijn nieuwe mensen in de wijk komen wonen. De bewoners ondervinden problemen met de verkeersveiligheid en het parkeren en daarnaast is de wijk onvoldoende toegerust op de klimaatveranderingen: er is te veel steen en te weinig groen, wat hittestress en infiltratieproblemen oplevert. In de opgave voor het bouwteam was dan ook prominent plaats voor meer groen, betere toegankelijkheid en creatieve oplossingen op het gebied van hernieuwbare energie.
Participatie
De bewoners worden uitgebreid betrokken bij de plannen. “Het is een participatieproces in de breedste zin van het woord”, zegt Blaauwehand. “Dat betekent bijna geen kader- en tijdstellende voorwaarden, alleen budgettaire natuurlijk.” Het levert een uitgebreid proces op met het kernteam UitdePas, waarin bewoners, de gemeente, erfgoed, de woningcorporatie en Buro Topia zitting hebben. Topia levert de schetsontwerpen voor de vier wijkdelen van De Pas, waarna Heijmans als aannemer het bouwteam formeert.
“Toen wij van start gingen, was Topia al in gesprek met het eerste wijkdeel”, vertelt projectleider Michiel Wouters van Heijmans. “Zij praatten met de bewoners over welke visie er lag en wat dat voor hen betekende. We hadden al wat bijeenkomsten meegedraaid en kregen al een beeld van wat er leefde.”
Boven- en ondergronds
Bij de herinrichting van de openbare ruimte was het de bedoeling om deze alleen bovengronds op te moeten pakken. “Maar uiteindelijk hebben we gemeend dat ook riolering technisch te doen”, zegt Blaauwehand. De riolering zelf wordt niet vervangen, dat is niet nodig. Wel wordt het hemelwater afgekoppeld om het hemelwater en het afvalwater te scheiden. “Het hemelwater ter plaatse vasthouden en in de grond infiltreren, dat biedt mooie kansen.”
Voor dat klimaatadaptieve verhaal schakelt de gemeente dus de WUR in. Enerzijds om een geomorfologisch onderzoek te doen naar de bodem in en rond Winterswijk: door het natuurlijk systeem in beeld te brengen is het mogelijk om op voorhand de mogelijke klimaateffecten en adaptiekansen mee te nemen in de ruimtelijke planvorming, herontwikkeling, infrastructuurwerken en groenbeheer. Hierdoor wordt het bodem- en watersysteem leidend en kan de oplossing van kwetsbaarheden en uitdagingen door klimaatverandering gezocht worden in samenhang met het natuurlijk systeem.
Daarnaast adviseert de WUR op microniveau om te kijken hoe je structureel het warmteprobleem kunt oplossen. Thijs Ebbers, projectleider klimaatadaptatie van de gemeente: “We wisten vooraf dat er verschillende ondergronden waren en dat je klimaatadaptatie per type ondergrond anders moet aanpakken. We waren vooral op zoek naar oplossingen: wat is waar de juiste manier om op die ondergronden om te gaan met hittestress, wateroverlast en droogte.”
Drie landschappelijke eenheden
De WUR onderzoekt de drie dominante soorten landschappelijke eenheden waarmee Winterswijk van doen heeft: essen, beekdalen en dekzandkommen, allemaal met hun eigen eigenschappen qua waterdoorlatendheid. In De Pas zijn het vooral essen. Die kenmerken zich door een afstroming richting lager gelegen delen, een goede waterdoorlatendheid en een relatief lage grondwaterstand. Ze zijn daardoor gevoelig voor verdroging en hittestress, maar bieden ook kansen om water vast te houden en te infiltreren en voor de ontwikkeling van flora en fauna. Door de hogere ligging en het reliëf stroomt hemelwater naar lager gelegen delen, waardoor weinig water infiltreert ondanks de redelijke doorlatendheid van de bodem. Dit maakt het gebied kwetsbaar voor verdroging.
“Dat merkten we ook, De Pas ligt op een es en die is droog. Het groen was slecht omdat het weinig levensvatbaar was. Er is te weinig voeding in de bodem en watergebrek.”, vertelt Blaauwehand. “Voordat wij begonnen ging elke druppel die op een dak of op straat viel via een betonnen buis naar de waterzuivering. Daarvan hebben we gezegd, dat moeten we zoveel mogelijk ter plekke zien vast te houden op de plek waar het water valt.”
Dekzandlaag en beekdal
De Pas kent ook nog twee andere landschappelijke eenheden, met andere eigenschappen: de dekzandlaag en het beekdal. De dekzandlaag valt qua hoogteligging tussen de es en het beekdal in. De bodem van de dekzandlaag bestaat uit gelaagd dekzand met daaronder leemlagen.
Het laagstgelegen gebied van de Pas, het beekdal van de Whemerbeek, ligt aan de oostzijde van de wijk. De ondergrond van het beekdal bestaat uit venige en zandige beekdalafzettingen. De relatief lage ligging zorgt voor accumulatie van water dat toestroomt vanuit de hogere omringende landschapseenheden. De variatie in de ondergrond met onder andere veen draagt bij aan de slechte doorlatendheid. Het reliëf en bodemopbouw maakt het gebied kwetsbaar voor wateroverlast vanuit de hogere delen.
Inspelen op natuurlijk systeem
Vanuit het natuurlijk systeem wordt in Winterswijk gewerkt met het principe ‘vasthouden, bergen en afvoeren’, waarbij rekening moet worden gehouden met ruimtelijke opgaven. Het onderzoeksrapport van de WUR adviseert om eerst het water in de hoger gelegen gedeelten lokaal langer vast te houden en te infiltreren, zodat de afstroming tijdens piekbuien niet uitmondt in wateroverlast in de lager gelegen delen. Hoewel de ondergrond op de essen relatief goed doorlatend is, infiltreerde het water onvoldoende door de hoge mate van verharding en de hoogteverschillen.
Door meer infiltratieplekken te creëren kan het water langer op de essen blijven en wordt het risico op verdroging en afstroming naar lagere delen verminderd. Dit kan door het herstellen van oude slootsystemen, het plaatsen van waterdoorlatende verharding en infiltratiekratten, zaksloten en groenstructuren.
Ook in de delen met dekzandkommen moet de afstroom op dezelfde manier vertraagd worden. Voor het beekdal, waar het water van nature naar toe stroomt, geldt het principe van water bergen en afvoeren. Door de beperkte doorlatendheid is er relatief veel ruimte en tijd nodig. Door gebruik te maken van stromende berging kan het water langzaam de bodem intrekken, wat ook de kans op veenoxidatie verkleint.
Slim kansen benutten
De WUR erkent dat in De Pas het vasthouden van water een flinke opgave is. Door de openbare ruimte in de essen en dekzandkommen te vergroenen kan de infiltratie worden bevorderd en een aaneengesloten groenstructuur zorgt voor de verbinding tussen de delen. Hiermee kun je het water geleidelijk naar de beekdalen leiden en zo creëer je koppelkansen voor biodiversiteit en het leefklimaat via aaneengesloten koelte eilanden.
In die groenstructuren kun je dan functies combineren: recreatie met speel- en verblijfruimte tijdens droge perioden, hemelwater opvangen tijdens neerslagperiodes. Blaauwehand: “We hebben ook op speelplekken wadi’s gegraven, zodat kinderen daar doorheen kunnen fietsen of lopen, met stapstenen. Dat is klimaatadaptatie, maar dus ook op een andere manier duurzaam.”
In de verharde gedeeltes kan met waterpasserende bestrating én door gebruik te maken van de hoogteverschillen, de afstroming worden verminderd en de infiltratie worden verhoogd zonder dat dit afbreuk doet aan bijvoorbeeld parkeervoorziening. “Je combineert parkeren met waterinfiltratie, dat zijn eigenlijk onze wadi’s. En om de groenstroken hebben we grindtegels vervangen door andere stenen met meer voegen, zodat het water ook al voor die vakken in de grond kan zakken.”
Overleg in brede groep
De voorstudie van Wageningen werd gekoppeld aan de al beschikbare onderzoeksrapporten en vanuit de cultuurhistorie en erfgoed beschikbare gegevens over de historische grondlagen. Ebbers: “We kwamen in een brede groep bijeen, met ook groenbeheer, erfgoed en riolering, om te toetsen of de bevindingen van de WUR overeenkwamen met wat wij in de ondergrond zien. Uiteindelijk leverde dat een rapport op dat die kansen en problemen inzichtelijk maakt, ook voor de andere wijken die nog heringericht gaan worden.”
Ras vult aan: “Het is een beetje op verschillende schaalniveaus. We hebben nu inzicht gekregen op de schaal van de hele kern van Winterswijk; wat zijn nou gebieden waar je straks op lange termijn echt moet gaan inrichten om water te gaan bergen en op welke plekken is die waterberging weer moeilijk. En wat zijn gebieden waar je meer kunt gaan bouwen en waar juist niet. Daarnaast bood het inzicht op wijkschaal.”
De praktijk in De Pas
De betrokkenheid en de onderzoeksresultaten van de WUR kwamen wat laat voor De Pas, dat als eerste van de wijken in Winterswijk aan de beurt is voor herinrichting en daarmee met Heijmans al gestart was. Heijmans heeft in de wijk de juiste klimaatadaptieve slagen gemaakt, beaamt de WUR. In De Pas is het vooral optimaliseren, de uitdagingen in andere wijken zijn weer anders en daarbij komen de ervaringen van De Pas en het onderzoek van de WUR van pas.
Blaauwehand: “In een bestaande wijk kun je planologisch op grote schaal niet veel, de grote lijnen die staan er immers al. Maar op kleinere schaal heeft de WUR meegedacht. Veel deden we met Heijmans al goed en dat was fijn om te horen. Maar voor de optimalisatie op straatniveau, wat je daar kunt doen, is het heel waardevol.”
Michiel Wouters, projectleider van Heijmans: “We hebben de WUR ook betrokken om te kijken wat klimaatadaptatie en hittestress nu concreet betekenen voor de impact die we gaan maken. Dat is gewoon heel lastig aantoonbaar. Bijvoorbeeld: wat betekent het voor de hittestress als ik hier twee bomen bijzet. Zodra de groenplannen definitief zijn, pak ik dat ook weer verder op met de WUR: de impact zoals we die we nu gemaakt hebben ten opzichte van de oude wijkinrichting. Plus het sommetje daarna, wat betekent het over vijf tot tien jaar als die bomen tot wasdom zijn gekomen, een groenere bedekking hebben en meer hitte absorberen.”
Puzzelen
Voor het bouwteam is het flink puzzelen om in de ruimte van de bloemkoolwijk het groen en het blauw de ruimte te geven en te koppelen. “Een bloemkoolwijk is in de jaren 70 ontworpen en is door de dichtheid heel compact. De parkeerdruk is de afgelopen decennia toegenomen, wat zijn ruimtebeslag krijgt in de wijk. Er is dan wel een spanningsveld met het ook inbrengen van meer groen en blauw”, zegt Wouters. “En je hebt ook te maken met de wensen van de bewoners, die zien de ernst van de situatie nog niet allemaal in. Dit vraagt tijd en energie om hen mee te krijgen”, vult Blaauwehand aan.
De samenwerking met de WUR is Blaauwehand tot nu toe prima bevallen: “Of je nu met universitair geschoolde mensen werkt of je boerenverstand laat werken, als je de goede mensen aan elkaar koppelt, ontstaat een mooie mix van praktijk en kennis. En daar komen hele goede oplossingen uit.”
Onderzoek WUR
De onderzoeksvraag aan de WUR luidde: hoe kan de regulerende functie van het natuurlijk basissysteem in het stedelijk Winterswijk worden benut om in te spelen op de effecten van het veranderende klimaat? Hessel Woolderink, onderzoeker bij de WUR legt uit dat, om op buurtniveau conclusies te kunnen trekken, je moet kijken naar landschappelijke eenheden of naar gebieden die een soortgelijke ontstaansgeschiedenis hebben gekend.
“Het is belangrijk om te begrijpen hoe het is ontstaan, zodat je begrijpt wat ervoor zorgt dat de bodem en het watersysteem bepaalde kenmerken hebben op een locatie. Want als je dat weet, dan weet je ook wat je kunt verwachten als je aan bepaalde knoppen gaat draaien. Dan kun je, wanneer aan de slag gaat met klimaatadaptatie, de juiste ingrepen op de juiste plek doen.”
Ondergrond gebruiken
In feite brengt de WUR de situatie in kaart zoals die onbebouwd was of zou zijn. “De natuurlijke processen zijn verstoord door bebouwing. Van oudsher zijn we steeds meer gewend geraakt om aanpassingen in het landschap te doen, zodat wij er gebruik van kunnen maken. Dat heeft heel lang In ons voordeel gewerkt, maar nu ondervinden we ook nadelen. Waar bijvoorbeeld de natuur eerder voor water zorgde, is het nu te droog. Of waar we dachten dat het handig was om alles vol te bouwen en te verharden, komen we er nu achter dat er dan dusdanig veel water snel wordt afgevoerd richting de lager gelegen gebieden, dat het daar voor overlast zorgt. Als je meer van de natuurlijke ondergrond gebruik maakt, gaat dat trager en heb je minder overlast.”
““Bij het bouwen van een huis start je immers ook niet met het dak maar begin je met de fundering. In de stad is dit het bodem en watersysteem. Een robuuste fundering begint dan ook met kennis van deze systemen”, vervolgt collega Shannen Dill, onderzoeker Nature Based Adaptation bij de WUR. “De benadering vanuit het natuurlijk systeem is eigenlijk een tool voor klimaatadaptatie. Er wordt vaak in problemen gedacht, maar ieder nadeel heeft zijn voordeel”.
Uit- en inzoomen
“We zoomen eerst uit om een beter beeld te krijgen van het omliggende systeem en bijbehorende invloeden. Daarna zoomen we weer in en gebruiken we deze kennis. We hebben per landschappelijk eenheid gekeken naar de kenmerken en adaptatiekansen. We proberen er voor de gemeente een vertaling van te maken, je kunt wel met een heel technisch verhaal komen, maar zij willen handvatten hebben. En die bied je met die hoofdgroepen en de kansen die daarin voorkomen, zodat je daar bij de inrichting rekening mee kan houden.”
Dill zorgt voor de vertaalslag van de systeem analyse van Woolderink. “Niet per vierkante meter welke boom waar moet komen, maar door de opgaves aan elkaar koppelen: de water- ,groen- en hitteopgave zijn namelijk niet los van elkaar te zien. Zonder water kan vegetatie immers niet groeien, bloeien of voor verkoeling zorgen.”
Ze vat het proces samen: “De gemeente komt met een vraag, dan komen wij met onze systeemanalyse: eerst zoomen we uit en worden systeemkenmerken in kaart gebracht. Dit is een samenhang tussen reliëf, bodem, ondergrond en het watersysteem. In Winterswijk spelen de hoogteverschillen een belangrijke rol. Vervolgens zoomen we in naar de buurt waar we iets over willen weten. Hierbij kijken we ook naar de huidige functies en indeling van het gebied om kansen te verkennen. Tijdens de workshops met de gemeente hebben we daar gesprekken over en scherpen we deze informatie samen aan. Al deze informatie wordt samengebracht in kaarten waarin we de kenmerken van de voorkomende landschappelijke eenheden koppelen aan klimaat- en adaptatiekansen. De gemeente kan daar vervolgstappen op nemen.”
'Je krijgt er veel voor terug'
De WUR kijkt daarin mee met de gemeente en de aannemer: “We kijken wat de behoeftes zijn, wat willen ze in die buurt en wat is er dan mogelijk volgens het systeem. Het idee is ook om met deze methode aan te tonen dat een klimaatopgave echt niet alleen problemen oplevert, je kunt er ook heel veel voor terugkrijgen: je kunt waterstress reduceren, waardoor mensen misschien minder schade aan hun huis krijgen. Je kunt een prettiger leefomgeving creëren doordat je de ecologie beter op orde hebt: de planten groeien beter, de waterbeschikbaarheid is beter. Dat is ook gewoon goed voor de voor de gezondheid en voor het geluk van de inwoners. Dus je krijgt ook op een bepaalde manier wel heel veel voor terug.”
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Weber ontwikkelt eco mortel voor 3D betonprinten
11 mrt om 14:06 uurWeber, een pionier op het gebied van 3D betonprinten, heeft met Weber 3D eco de volgende generatie van haar…
‘Bij groen in de stad is één plus één zeven’
29 feb om 09:35 uurMeer groen in de buitenruimte, het lijkt een inkoppertje in een tijd waarin we steeds regelmatiger kampen met…
Van Muijlwijkstraat Arnhem nu stuk groener en veiliger
23 feb om 11:20 uurVan de ‘lelijkste straat van Arnhem’ naar de ‘groenste en coolste’ straat van de stad. De Van Muijlwijkstraat…
Breda wil een stad in een park zijn en investeert miljoenen
15 feb om 13:08 uurOm een leefbare gemeente te zijn die klaar is voor de toekomst, investeert Breda zestien mijloen euro in het…
Miljardeninvestering nodig om steden aan groennormen te laten voldoen
9 feb om 17:14 uurEr bestaat nog geen goede groennorm die we in Nederland kunnen gebruiken, een kwaliteitseis aan het groen…
Eerste resultaten Project Klimaatadaptatie en Gezondheid
6 feb om 10:09 uurHoe reduceer je gezondheidseffecten van klimaatverandering? En wat is de rol van de diverse GGD-afdelingen en…
Het Rotterdams WeerWoord op de gevolgen van de temperatuurstijging
1 feb om 13:03 uurHoogwater, overstromingen, extreme regenval en hittegolven. Rotterdam moet zich als stad voorbereiden op een…
Hendrik-Ido-Ambacht gebruikt virtueel advies voor aanplant bomen
30 jan om 09:58 uurOm te kijken waar de aanplant van een boom de grootste meerwaarde heeft, gaat de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht…