Vergroenen in Dordrecht, zo doen wij dat

vrijdag 25 oktober 2024

Een historische binnenstad die aan twee kanten grenst aan de rivier. Grote hittestress en wateroverlast. De wens en noodzaak om te vergroenen. En een flink budget om de leefbaarheid te verbeteren. Dit zijn de ingrediënten waarmee de gemeente Dordrecht de komende jaren aan de slag gaat. Zorgvuldig en samen met bewoners en ondernemers: “We nemen de tijd.”

Tekst: Marian Schouten 

Oege Oevering is adviseur groen bij de gemeente Dordrecht en nauw betrokken bij dit vergroeningsproject. “In 2019 is Eneco verkocht. Dordrecht ontving daarvan enige tientallen miljoenen. Het bedrag is verdeeld over meerdere projecten, waaronder de verbetering van de leefbaarheid van de binnenstad. We maken nu plannen om het autoverkeer en het parkeren op straat terug te dringen om daarmee ruimte te maken voor – onder andere – groen. Ook het verplaatsen van de markt van het Statenplein naar het Begijnhof moet ruimte opleveren voor meerdere bestemmingen, waaronder groen.” 

Uiteenlopend kennisniveau 

Die vergroening is urgent. “In de binnenstad is grote hittestress”, aldus Oevering. “Maar die urgentie herkent niet iedereen. Als gemeente hebben we een grote voorsprong in kennis op een deel van de bewoners en de ondernemers. Andere bewoners zijn juist weer heel goed op de hoogte, doordat ze zelf bijvoorbeeld ecoloog of planoloog zijn. Hoe ga je met al die verschillende belanghebbenden en met mensen met zo’n uiteenlopend kennisniveau op een goede manier het gesprek aan? Daarvoor hebben we samen met adviesbureau Planterra een heel traject uitgestippeld: via straatgesprekken en buurtbijeenkomsten naar de tekentafel.” 

Straatinterviews 

“We zijn begonnen met bureauonderzoek en straatinterviews: wat is er al en wat zijn de ervaringen en wensen van bewoners en ondernemers? In de gesprekken werd duidelijk dat niet alles kan, dat je moet kiezen. En dat onderwerpen als parkeren en bereikbaarheid veel emoties oproepen.” 

In deze straatgesprekken is onder andere gevraagd naar de favoriete ommetjes die mensen te voet maken in de stad. Oevering: “Die hebben we omgewerkt naar drie routes die voorrang krijgen bij vergroening. We kijken hoe we dat zo praktisch mogelijk kunnen doen. Als ergens de straat toch open gaat, pakken we de vergroening op die plek meteen mee.” 

Deze werkwijze hanteert de gemeente in het hele vergroeningsprogramma voor de binnenstad. “Fysiek is leidend in het besluit waar we aan het werk gaan. We maken werk met werk en nemen vergroening mee op het moment dat een straat toch open moet voor bijvoorbeeld nieuwe riolering. Dan halen we het sociale domein er meteen bij om er achter te komen wat er speelt in zo’n straat en wie we er bij moeten betrekken. Nadeel van deze praktische aanpak is dat we wensen uit de wijk niet zo makkelijk kunnen honoreren.” 

VergroeningsToolbox 

De opbrengsten van de interviews zijn verwerkt in een rapport. Als vervolg hierop heeft de gemeente samen met Planterra de VergroeningsToolbox ontwikkeld. “Die gebruiken we om met bewoners gericht het gesprek aan te gaan over de aanpak van een specifieke straat of buurt”, legt Oege Oevering uit. “De Toolbox bevat losse kaarten met drie soorten afbeeldingen. Er zijn afbeeldingen van de uitdagingen die we tegenkomen in de stad, zoals wateroverlast en hittestress. Er is ook een set afbeeldingen van alle mogelijke groene inrichtingselementen, maatregelen en oplossingen uit binnen- en buitenland. Daarmee helpen we de verbeelding op gang over wat er zoal mogelijk is qua vergroening in de openbare ruimte. Tot slot zijn er afbeeldingen van aandachtspunten, randvoorwaarden en beperkende factoren, zoals kabels en leidingen en de toegankelijkheid voor hulpdiensten en leveranciers. Als gemeente stellen we wel kaders. We nemen een standpunt in over basale, wetenschappelijk onderbouwde zaken. We hébben bijvoorbeeld te dealen met meer wateroverlast en hitte. Die gegevens zijn voor ons niet onderhandelbaar, daarover gaan we niet in discussie.” 

GIS-data 

De afbeeldingen in de Toolbox worden aangepast aan de situatie ter plekke. Oevering: “Op basis van GIS-data bepalen we welke uitdagingen, randvoorwaarden en mogelijkheden er op die locatie zijn en dus welke kaarten we op tafel leggen. Het idee is dat je, door met afbeeldingen te werken, het gesprek mogelijk maakt tussen mensen met heel diverse meningen, belangen en kennisniveaus. Iedereen kan de kaarten pakken die hem of haar aanspreken. Naar aanleiding daarvan kun je met elkaar het gesprek aangaan: wat is voor jou belangrijk en waarom?” 

“We hebben het spel eerst intern gespeeld met onze collega’s om te kijken of we wel de goede discussies kregen. Dat was zo.” Inmiddels is de Toolbox voor de eerste keer ingezet bij de herinrichting van een straat. “In de voorbereiding van de bijeenkomst hebben we samenwerking gezocht met het sociaal domein. De mensen die daar werken weten wat er speelt, zij kennen de bewoners en weten wie je er in ieder geval bij moet hebben.” 

Doorvragen 

Tijdens de bijeenkomst zijn er verschillende rollen. De voorzitter van de avond houdt de tijd in de gaten en let op dat er afspraken worden gemaakt. De spelleider staat neutraal in het proces, zorgt dat iedereen aan bod komt en bevraagt mensen op hun wensen en motieven. De wijkmanager uit het sociale domein kent de wijk goed en weet wat er speelt. En ambtenaren uit het fysieke domein komen vooral luisteren en geven desgevraagd technische toelichting. 

De eerste bewonersbijeenkomst verliep zeer levendig en positief. “Je ziet dat bewoners ook met elkaar in gesprek gaan”, vertelt Oevering. “Ze corrigeren elkaar, bevragen elkaar, leggen aan elkaar uit waarom iets al dan niet mogelijk of wenselijk is. Dat werkt veel beter dan dat wij dat vanuit de gemeente moeten doen. Soms botst het enorm en zijn er mensen die helemaal niks willen. Dan is het de kunst om de achterliggende redenen op te sporen. Doorvragen naar het waarom: waarom wil iemand niks, wat is de achterliggende reden? Dat kost soms tijd, maar het loont. Mensen voelen zich gehoord en je kunt weerstand doorbreken.” 

Moodboard 

Gaandeweg de bijeenkomst groepeert de spelleider de kaarten met problemen en maatregelen die de bewoners aandragen. Zo ontstaat een moodboard dat fungeert als een programma van eisen. “De uitkomst is overgezet op een Mirobord dat online toegankelijk is. Zo kunnen ook bewoners die niet aanwezig waren, alsnog bijdragen en reageren. Je merkt dat de discussie doorgaat na de bijeenkomst en je ziet dat terug in de reacties die naderhand nog komen uit de buurt.” 

Ook de gemeente kan nog aanpassingen doen. Als blijkt dat voorgestelde oplossingen echt niet kunnen, wordt dat via het Mirobord gedeeld met de bewoners. Zo blijft iedereen geïnformeerd en aangehaakt. 

“We hebben voor de Binnenstad ook een bijeenkomst georganiseerd waar ondernemers aanwezig waren. Die zitten er toch weer anders in. Hun belang is een aantrekkelijke binnenstad waar hun klanten graag komen en lang blijven en die kan concurreren met andere winkelcentra. En ze willen natuurlijk dat hun leveranciers hun winkel kunnen bevoorraden.” 

Mee in het ontwerp 

Uiteindelijk gaat de uitkomst van dit hele proces naar de stedenbouwkundige die dat kan meenemen in het ontwerp. “Met deze participatiebijeenkomsten zitten we dus veel eerder in het planproces dan gebruikelijk is”, aldus Oevering. “Dan ligt er al een schetsontwerp waar mensen dan nog iets van mogen vinden. Met deze methodiek kun je een veel fundamentelere discussie voeren met de belanghebbenden. Mensen die meedoen zijn daar blij mee en hebben meer vertrouwen in het proces. Ze gaan ook inzien dat je nu eenmaal keuzes moet maken, dat niet alles kan.” 

Bewegend Bos 

“In deze straat zijn we intussen aan het experimenteren met oplossingen. Er is weinig ruimte om bomen te planten, maar bomen in bakken kunnen wel. Van BOSK in Leeuwarden hebben we een aantal verrijdbare bakken overgenomen. Die hebben we als Bewegend Bos neergezet om het gesprek op gang te brengen: ‘Kijk, zo ziet dat er uit’. In deze straat werkte dat heel goed. Al snel zetten bewoners klapstoelen bij zo’n boom en kwamen er ‘s avonds bij elkaar. Een buurman die aanvankelijk sceptisch was over bomen in de straat (‘dat trekt maar ongedierte aan’) vond die bomen bij nader inzien toch wel een aanwinst. Zo komen we verder.” 

De gemeente gaat de Toolbox nu breder inzetten. Ook bij de herinrichting van het Statenplein bijvoorbeeld. Oevering: “Dat is nu de plek voor de markt en helemaal ingericht voor die activiteit die maar anderhalve dag per week plaatsvindt. We willen de markt verplaatsen naar het Bagijnhof en het Statenplein daarna anders en aantrekkelijker inrichten. Vergroenen hoort daar vanzelfsprekend bij. Mogelijk komt het Bewegend Bos daarbij weer van pas.” 

Op www.bewegendbos.nl vind je inspirerende voorbeelden van de wijze waarop Dordrecht het Bewegend Bos inzet.