Integraal als heilige graal voor de toekomst van de openbare ruimte

dinsdag 31 december 2024

Integraal is het toverwoord in de toekomst van de openbare ruimte. Dat kwam naar voren uit de City Deal Openbare Ruimte, waarvan de uitkomsten in april werden gepresenteerd tijdens de bijeenkomst Welkom in Integralië. Cora van Zwam van de gemeente Amersfoort , nauw bij de City Deal betrokken, benadrukt het belang van integraal werken en deelt haar ervaringen uit de praktijk. “Integraal werken gaat over hoe we een plek geven aan alle eisen en alles wat we willen in de openbare ruimte.”

Tekst: Mark Bos 
Foto's: Simon Lamme
 

De tijden zijn veranderd. Bij het (her)inrichten van de openbare ruimte werd tot een jaar of tien geleden puur gekeken naar de technische staat van die ruimte, schetst Cora van Zwam, senior adviseur Leefbaarheid bij de gemeente Amersfoort, het historisch perspectief. “Als je het helemaal plat staat: we keken naar wat het verkeer nodig had aan parkeerruimte en rijbanen. Als we dan ruimte overhielden, plantten we een boom en waren we tevreden.”  

Die werkwijze is niet meer houdbaar, nu in de afgelopen jaren allerlei transities op de deur kloppen. De energietransitie, klimaatadaptatie, biodiversiteit, duurzame mobiliteit, het levert ambities en noodzakelijkheden op die allemaal een plek in de openbare ruimte opeisen en soms met elkaar om die plek strijden. Een afwegingskader voor de verschillende belangen die spelen bij de inrichting van de openbare ruimte was daarom een doel van de City Deal Openbare Ruimte.  

Ruimte vrijspelen 

 “Met een vierkante meter groen kun je al veel doen in de stad: aantrekkelijk voor de beleving, voor verkoeling, voor biodiversiteit, het is  klimaatadaptief. Maar je moet die vierkante meter wel vrij zien te spelen en dat is soms een hele ingewikkelde afweging.”  

Is integraal dus de heilige graal? “We moeten alle belangen in beeld hebben en kijken wat die vragen van de fysieke ruimte”, vindt Van Zwam. Belangen met allemaal een eigen potje, ritme en tempo. “Hoe kunnen wij die zoveel mogelijk combineren en ruimte geven? En waar gaat dat echt niet meer en moeten we keuzes maken? Integraal werken gaat over hoe we een plek geven aan alle eisen en alles wat we willen in die openbare ruimte”, definieert ze.  

Het is samenwerken, niet alleen intern, ook met andere belanghebbenden als bijvoorbeeld woningbouwcorporaties en nutsbedrijven. “Die drukken ook hun stempel op de openbare ruimte. We hebben in Amersfoort met Vitens en Stedin de samenwerking SPRONG, Samen programmeren in de ondergrond. Daarin wisselen we onderling uit welke projecten we de komende jaren op stapel hebben staan, zodat we die in de hele stad zo goed mogelijk op elkaar kunnen afstemmen.” 

Momentum 

Haast is geboden, er liggen flinke kansen die juist nu benut kunnen worden. “We zitten in de tijd van grote technische vervangingen in de wijken die in de jaren 60, 70 en 80 gebouwd zijn. Dat zijn enorme oppervlaktes in steden. Door dit integraal op te pakken, voorkom je in eerste instantie dat de stad continu open ligt én je zorgt ervoor dat je de financiering bij elkaar kunt voegen. Daarmee kun je soms al 85 tot 90 procent van je budget vullen. In Amersfoort hebben we dat redelijk voor elkaar, met wat extra financiering kun je dan vanuit die verschillende transities al heel wat bereiken.” 

Wachten en eerst alles tot achter de komma uitdokteren is niet verstandig, vindt Van Zwam. “De ontwikkelingen gaan zo snel. Ik zie in Nederland een neiging om te wachten, maar ik denk dat onze opgave zo groot is dat we dat niet moeten doen. We moeten de voor nu beste keuze maken met de kennis die er al is. Beginnen en ons zelf niet hard afrekenen op het feit dat we nog niet alles weten.” Lastig, zeker in een politieke omgeving, weet ze. “Maar ik ben ervan overtuigd dat we het meest gaan leren als we het gewoon gaan doen.”  

Gereedschapskist voor gemeenten 

Onderkennen dat integraal werken de sleutel is naar een toekomstbestendige openbare ruimte is stap één, maar hoe pak je dat als gemeente aan? Wat is dat afwegingskader dat alle belangen in kaart brengt en vervolgens zo optimaal mogelijk in de fysieke ruimte terug laat komen? Uit de City Deal kwam daarom een wens voor een gereedschapskist die gemeenten helpt om integraal de uitdagingen aan te gaan. Van Zwam was nauw betrokken bij het opstellen hiervan, een opdracht die ze samen met Tauw en ORG-ID uitvoerde.  

“We gingen van start met het idee om een nieuw afwegingskader te schetsen, maar in de uitvoering kwamen we tot de conclusie dat we in Nederland ook al veel instrumenten hebben: ontwikkeld door gemeenten of in het algemeen. Wat mensen vooral missen is dat ze niet goed kunnen inschatten welk instrument ze hoe en wanneer in kunnen zetten. Dus die toolbox is een soort ultiem instrument die het nieuwe en wat er al beschikbaar is, bijeenbrengt.” 

Integraal op drie niveaus 

De online toolbox helpt bij het vertalen van alle sectorale belangen naar iets wat samenhangt op wijk- en projectniveau. Hij biedt overzicht en het besef van hoe dat kan werken. De toolbox kent drie niveaus: strategisch, oftewel stadsbreed, tactisch (op gebieds- en wijkniveau) en bij de uitvoering (projecten). De meeste winst is te halen op het tweede niveau, zegt Van Zwam, het middenniveau. “Het strategische niveau is nog te vaag en het uitvoeringsniveau al te concreet. Het is zoeken naar dat middenniveau, dat kenden we nog niet zo. Dat sloegen we over om meteen naar de projecten te gaan, maar juist daar is veel winst te halen.” 

Ze licht het toe aan de hand van de Amersfoortse wijk Liendert, een jaren 60-wijk met achtduizend inwoners, die heringericht moet worden. In de traditionele aanpak zou de wijk in buurten worden ingedeeld. Per buurt zou vervolgens een projectleider een participatietraject opstarten, een ontwerp en bestek opleveren en op die manier zou de wijk buurt voor buurt worden ingericht. 

In Liendert juist is gekeken wat men met de hele wijk wil. “Dat is precies dat tussenniveau: kunnen we de ambities van de stad vertalen naar de wijk en vervolgens naar buurt- en projectniveau?” Voor Liendert maakte Amersfoort eerst een wijkperspectief, ook vanuit de sociale sector. Dat is vervolgens vanuit de Omgevingsvisie vertaald naar een omgevingsprogramma voor de wijk en vervolgens de deelgebieden. ”Op de achtergrond speelt hierbij de visie op de openbare ruimte en van daaruit werken we naar de projecten.” 

30km zone bij een speelplek in Liendert 

Amersfoort Ambitieweb 

Amersfoort zet vanuit de toolbox daarbij met name het Ambitieweb Duurzaam GWW in. Dat instrument maakt aan de hand van twaalf thema’s de daaraan gekoppelde ambitieniveaus inzichtelijk. “We hebben dat Ambitieweb Amersfoorts gemaakt”, zegt van Zwam.  

De gemeente bracht daarin het beleid op alle onderdelen bijeen en vertaalde dat vervolgens in een Handboek Inrichting Openbare Ruimte. “Daarin staat per thema onze ambitie en aan de hand van welke maatregelen we dat op straatniveau kunnen uitvoeren. Dat loopt van klimaatadaptatie, energie, materiaalkeuze, water, ondergrond et cetera. Per project kun je zo de keuzes laten zien, je kunt zeggen: we hebben twaalf thema’s, maar als je tegen een dilemma aanloopt, dan krijgt dit thema bijvoorbeeld voorrang. Dus wat we doen is eerst in een visie voor de hele openbare ruimte de stedenbouwkundige structuur aangeven, met op hoofdlijnen de ambities. Dat vertalen we zodanig dat we voor elk doel of thema aangeven hoe we daarmee om willen gaan.” 

In Liendert vindt Amersfoort de sociale kwaliteit, het ontmoeten en bewegen heel belangrijk. “Dus als daar keuzes moeten worden gemaakt tussen thema’s, dan willen we in ieder geval de doelen van ontmoeten en bewegen gehaald worden en is de rest daar op die plek ondergeschikt aan. Dat je naar het kenmerkende van zo’n wijk kan kijken, is  het kenmerkende van die tussenschaal.” 

Burger 

Praat de bewoner ook mee in die ambities en afwegingen en zo ja, waar komt die in beeld? Van Zwam: “Burgerparticipatie hoort eigenlijk op alle niveaus thuis. Wat je wel ziet is dat hoe concreter het wordt, hoe groter die interesse is. Het vraagt wel wat om ook op dat tussenniveau minder abstract te maken, zodat het ook leuk is om daar al mee te praten.” 

“In Liendert hebben we dat gedaan door dit op het bredere niveau van het wijkplan te doen. Dus hoe ontwikkelt de wijk zich, de openbare ruimte is daar onderdeel van. Zelf heb ik dat als waardevol ervaren, dat je het eerst over dat wijkbrede verhaal hebt. Daar bleek dan bijvoorbeeld uit dat de mensen de openbare ruimte heel belangrijk vinden om elkaar te ontmoeten.” 

Ze haalt hierbij de kracht van integraal aan: de bewoners geven aan dat ze graag een plek voor evenementen als een buurtfeest hebben. “Dat lukt niet als je telkens een project met een paar straten doet, wel als je uitzoomt en dan vanuit de wijk kijkt waar daar ruimte voor is.”  

 Speeltoestel op een grasveld in Liendert 

Data 

Een ander hedendaags toverwoord is data. Het is ook een belangrijke factor om bij integraal werken datagedreven te opereren. Lastig, enerzijds omdat informatie vaak wel beschikbaar is, maar alleen binnen het eigen project of silo. Het maakt datagedreven werken en sturen nog lastig in zowel de boven- als ondergrond. 

Van Zwam haakt erop in aan de hand van het thema vergroenen. “Iedereen snapt meteen wat je ermee bedoelt: meer groen, meer bomen, meer struiken. Maar op dataniveau, wat is dat dan? Wat is de waarde waar je naar streeft? Is het voldoende om op buurtniveau een paar bomen toe te voegen bij een herinrichting? Of moet je tien procent van je verharding laten wijken?” 

Ze geeft aan dat het belangrijk is om met streefwaardes te werken, kwantitatief of kwalitatief, om te kunnen controleren of je ambitie concreet invult. “Dat is ook belangrijk om te laten zien wat het effect is. Vergroenen is abstract, een strategische ambitie. Je wilt achteraf kunnen laten zien hoe je dat hebt gedaan: bijvoorbeeld met zoveel procent minder verharding, zoveel procent hergebruik en zoveel procent meer groen. Zo toon je aan wat je bijdrage met dat project aan de vergroeningsambitie is en of je aan het streven hebt voldaan.” 

Van Zwam trekt het stadsbreed, zodat je bijvoorbeeld kunt laten zien dat er met tien afgeronde projecten nog niets aan de ambitie waterberging is gedaan. “Dus die datasturing zit aan de voorkant, bij wat je erin stopt. Maar ook aan de achterkant, zodat je verantwoording kunt afleggen.” In de oude werkwijze werkte eigenlijk alleen de afdeling Verkeer met streefwaarden, vertelt ze. “Nu zie je steeds meer dat andere aspecten als ontmoeten, vergroenen of schaduw concrete eisen formuleren. Iedereen snapt dat je niet alles kunt bewerkstelligen, maar je kunt dan wel duidelijk maken wat je gerealiseerd hebt.”  


De herinrichting van de wijk Liendert wordt integraal opgepakt

Amersfoort gebruikt hiervoor indicatoren in het al genoemde Handboek Inrichting Openbare Ruimte. “Meer gemeenten werken met zo’n handboek, maar vaak zijn dat een heleboel technische eisen. Bij ons was dat ook zo, maar we hebben dat aangepast. Nu is het in drie delen: deel één geeft invulling aan dat tussenniveau, hoe de ambities ingevuld worden. Deel 2 gaat over het proces en deel 3 is de technische invulling, wat vroeger dus hele handboek was.” 

Vervolg 

Het Ambitieweb is voor Amersfoort het belangrijkste instrument in de toolbox. In de uitvoeringsfase kijkt Van Zwam ook naar de IOOR, de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte van Amsterdam. “Dat is eigenlijk een digitale blokkendoos, het ziet er geweldig uit. De denkwijze erachter is dat je vanuit de ondergrond over het hele proces denkt. Het is een voorbeeld van een instrument dat wij heel graag ontwikkeld zouden zien, zodat je dat als ook als middelgrote gemeente en veel meer als een soort landelijke standaard zou kunnen gaan gebruiken.” 

Die taak ligt bij de opvolger van de City Deal, het Platform Integrale Samenwerking Openbare Ruimte (PISOR), dat in oktober officieel van start ging en waarvan Amersfoort ook onderdeel is. Van Zwam zal daar ook een rol in gaan vervullen en schetst de noodzaak van het vervolg op de City Deal. 

“In de City Deal hebben we geconstateerd dat deze ontwikkeling nog maar net gestart is. We weten al wel veel, maar hebben nog weinig ervaring in Nederland. We zijn eigenlijk de koerswijziging aan het inzetten.” Ze geeft aan dat er als het om openbare ruimte gaat  een heleboel kennisinstituten zijn die vooral sectoraal opereren en vanuit het gezichtspunt van hun eigen achterban. “De CROW komend vanuit de civiele techniek, verkeer en wegen, Rioned voor de riolering, het Normeninstituut Bomen, de COB voor ondergronds bouwen. Het ontbreekt aan een kennisinstituut dat erop gericht is die kennis bij elkaar te brengen, een instrumentarium te ontwikkelen om die afwegingen te maken. Dat zou PISOR moeten gaan doen, want we zijn nog lang niet klaar met deze opgave.” 

De Toolbox Integrale Aanpak Openbare ruimte is te vinden op citydealopenbareruimte.nl

Het Handboek Inrichting Openbare Ruimte van Amersfoort vind je via amersfoort.nl/handboek-inrichting-openbare-ruimte 

Meer artikelen met dit thema

descriptionArtikel

Wonen begint op straat

2 jan om 08:00 uur

In deze column deelt Remco Deelstra, strategisch adviseur wonen bij de gemeente Leeuwarden, zijn visie op…

Lees verder »
rr
descriptionArtikel

Historisch erfgoed en duurzaamheid komen samen bij herinrichting markt Lochem

12 dec 2024
Recentelijk is de Markt in het oude centrum van Lochem heringericht. Het project bestond uit de Markt zelf en de…
Lees verder »
descriptionArtikel

Hellingbanen zijn de sluitpost

10 dec 2024

De aanleg van een hellingbaan blijkt nog vaak een kwestie van ‘het passend maken’. En dat terwijl het helemaal…

Lees verder »
descriptionArtikel

Innovatieve oversteekplaatsen verbeteren verkeersveiligheid Etten-Leur

2 dec 2024

In de strijd voor een veiliger straatbeeld heeft Etten-Leur een vooruitstrevende stap gezet. De gemeente heeft…

Lees verder »
descriptionArtikel

Samenwerken is voor een toekomstbestendig beheer steeds belangrijker

29 nov 2024

In de rubriek 'Vijf vragen aan' bieden we makers van de openbare ruimte de mogelijkheid om elkaar vragen te…

Lees verder »
flash_onNieuws

Utrecht gaat dode bomen vaker laten staan

22 nov 2024

De gemeente Utrecht kiest ervoor om  dode bomen en boomstronken vaker laten staan. Deze kunnen namelijk van…

Lees verder »
descriptionArtikel

Knipperlichten in wegdek maken oversteken in Valkenburg veiliger

16 nov 2024
De Cauberg in Valkenburg aan de Geul is een druk punt voor fietsers, auto’s en voetgangers. Om het zebrapad…
Lees verder »
flash_onNieuws

Breda test verschillende manieren van scooter- en fietsparkeren

15 nov 2024

Breda draait een pilot voor fiets- en scooterparkeerplaatsen. De gemeente wil de stad zo nog fietsvriendelijker…

Lees verder »