Wonen begint op straat

De woningnood is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. Met een doelstelling van 100.000 nieuwe woningen per jaar, zoals minister Keijzer benadrukt, ligt de focus op snelle oplossingen. Toch vraagt stedelijke verdichting om meer dan alleen stenen en mortel; het vraagt om een visie die verder reikt dan oppervlakten en aantallen.

Te vaak ligt de nadruk op individuele bouwprojecten, zonder rekening te houden met het grotere geheel. Maar wonen is meer dan huisvesting: het gaat om het creëren van leefbare, inclusieve en duurzame buurten. Daarbij speelt de kwaliteit van de openbare ruimte een sleutelrol.

Goede openbare ruimte maakt een wijk aantrekkelijk en leefbaar. Het stimuleert sociale interactie, bevordert gezondheid, en creëert economische kansen. Denk aan de 15-minutenstad: een concept waarbij dagelijkse voorzieningen binnen 15 minuten te voet of per fiets bereikbaar zijn. Dit vermindert autoafhankelijkheid en bevordert duurzame mobiliteit.

Historische binnensteden laten zien dat hoge dichtheid en leefkwaliteit perfect samen kunnen gaan. De levendige plinten en gesloten bouwblokken in deze wijken bieden niet alleen woonruimte, maar ook een aantrekkelijk straatbeeld dat bewoners naar buiten trekt. Nieuwe woningbouwprojecten zouden hetzelfde moeten nastreven: een integrale aanpak waarin de openbare ruimte vanaf het begin wordt meegenomen.

Kortom, investeren in openbare ruimte is investeren in wonen. Alleen door dit fundament goed te leggen, bouwen we aan vitale buurten waar mensen graag wonen, werken en recreëren.