Herinrichten van naoorlogse wijken biedt grote circulaire impactkansen
Tekst: Mark Bos
Betontegels en asfalt. Het zijn twee materiaalsoorten die je veel tegenkomt in de verharding van de openbare ruimte, de ruimte waarin gemeenten met ontwerp en aanleg een groot deel van hun ecologische voetafdruk veroorzaken. Zeker in naoorlogse wijken, die gebouwd zijn met een praktische toepassing als uitgangspunt. “Die impactvolle materialen kom je ook veel tegen in de handboeken van de gemeenten. Het is niet gemakkelijk om andere materialen te kiezen als het budget leidend is en er niet vooraf een circulaire ambitie is geformuleerd”, zegt Norkunaite.
Koppelen maatschappelijke opgaven
Posad Maxwan onderzocht hoe de stappen van een circulair proces kunnen bijdragen aan andere transities in de openbare ruimte, zoals CO2-verlaging, klimaatadaptie, wateroverlast en hittestress. De naoorlogse wijken kwamen daarbij om meerdere redenen in beeld. Ze somt er drie op: “In die wijken staat de komende jaren een rioolvervanging gepland”, legt Norkunaite uit. “Dan gaat de straat open en dat biedt kansen voor herinrichting. Bovendien zijn de bewoners en de gemeente niet meer tevreden over de huidige inrichting, ze willen een aantrekkelijkere leefomgeving. En verder is er in die buurten, meer dan in de binnenstad, de vrijheid om iets nieuws voor te stellen.”
Leiden, dat al jaren bezig is om circulariteit in het beleid te verankeren, was nieuwsgierig naar het onderzoek en stelde zich beschikbaar voor een casestudy. Norkunaite: “Vanaf het begin zeiden we, oké, we gaan integraal inrichten, dus kijken we naar andere transities, zoals mobiliteit, klimaatadaptatie en biodiversiteit, maar ook naar sociale cohesie. Circulariteit is daarbij het vertrekpunt, met reduce en re-use als basisprincipes. Dus dan pakken we bijvoorbeeld mobiliteit en kijken we hoe materialen in de mobiliteitsinfrastructuur worden gebruikt: wat is niet langer nodig, kan het efficiënter? Dan berekenen we de vrijkomende materialen en bedenken hoe ze kunnen worden hergebruikt om de klimaatadaptatie en de biodiversiteit te faciliteren. Zo nemen we eigenlijk circulariteitsprincipes als de basis en integreren ze in andere transities.”
De wijk als materiaalbron
De onderzoekers delen de wijk op in vijf profielen: de ontsluitingsweg, de brede en de smalle woonstraat, het schoolplein en de groenzones tussen de bebouwing. Van ieder profiel wordt een nieuw ontwerp gemaakt en de MKI van de bestaande en de nieuwe situatie uitgerekend. Het levert allerlei inzichten op. Door meer klimaatadaptief in te richten en meer biodiversiteit toe te voegen, kan de verharding binnen de wijk in het meest extreme scenario met vijftig procent worden teruggedrongen. De wijk wordt een materiaalbron.
“Bakstenen hebben een levensduur van 100 tot 125 jaar, betontegels 40 tot 55 jaar. Er komen dus materialen vrij die nog decennia meekunnen.” Om daar optimaal gebruik van te kunnen maken, moet een gemeente zorgen voor een opslagplek. “En dat moet goed gedocumenteerd worden, alsof het om een nieuw product gaat: welke kleur, welke soort, welke kwaliteit, welke levensduur. Zo’n paspoort moet het materiaal hebben voordat het de opslag in gaat.”
Anders denken
Dat vereist een andere manier van denken. Nieuw materiaal is aantrekkelijker, ook financieel. “Vaak laat de gemeente bij de herinrichting van de openbare ruimte aannemers de bestrating meenemen. Het wordt dan gerefurbished en weer verkocht. Voor circulaire materialen betaalt de gemeente dan twee keer. Die business case moet worden aangepast.” Daarnaast moet er ruimte komen voor de opslag, ruimte die schaars is in de stad.
Ontwerpen vanuit de bodem
Een meer groene en diverse openbare ruimte vraagt om anders te ontwerpen, vanuit de ondergrond, stelt Norkunaite nog een bevinding aan de orde. “Als je een straat met grote bomen wilt, moet je ruimte maken en kabels verplaatsen. En andere grond gebruiken om de bomen te kunnen laten groeien.”
Als take-aways van de bevindingen noemen de onderzoekers dat de reuse- en reduceprincipes kunnen bijdragen aan minder materiaalgebruik en een groenere openbare ruimte. En door te werken met andere bestratingspatronen, met ruimte voor groen, kan de materiaalvraag verminderd worden. Daarbij moet de functionaliteit en veiligheid leidend blijven. Tot slot staat circulariteit niet op zichzelf, maar hangt het samen met andere transities.
“Dit ontwerpend onderzoek geeft Leiden en andere gemeenten inzicht in waar de mogelijkheden liggen. En wat er de komende jaren moet gebeuren en wat dat betekent voor de materiaalstromen. Ze kunnen hun beleid erop aanpassen. Dat is enorm grote opgave met die naoorlogse wijken, in alle steden van Nederland. Als je dat goed aanpakt, is de impact enorm”, stelt Norkunaite vast.
-> Het rapport is hier te downloaden
Circulaire Openbare Ruimte Congres
Gintare Norkunaite geeft tijdens het Circulaire Openbare Ruimte Congres een workshop over hoe je een circulaire impuls kan geven aan de openbare ruimte in naoorlogse wijken. Daarnaast geeft ze met haar collega Michelle de Roo een inspiratiesessie over ontwerpen vanuit de bodem voor een openbare ruimte als circulair en zelf herstellend ecosysteem. Erbij zijn? Meld je aan voor het congres via circulaireopenbareruimte.nl
Meest gelezen
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
De invloeden van klimaat en groen op toegankelijkheid
28 mei om 11:17 uurMadeliefjes voor de oude basisschool van Anne Frank
3 mei om 11:58 uurHet schoolplein van de Anne Frank 6e Montessorischool in Amsterdam, de basisschool die de beroemde…
Eindhoven vervangt asfalt binnenstad voor klinkers
19 apr om 19:41 uurEindhoven vervangt bij de herinrichting van de binnenstad de asfaltbestrating van de middenstrook voor gebakken…
De straat is van iedereen
10 apr om 09:57 uurKlimaat Expo: Mobiele waterkering van Waterschot B.V. beschermt tegen waterschade
8 apr om 09:51 uurSamen herstellen we de waterkringloop
8 apr om 09:25 uurKlimaat Expo: Hemelwater afvoeren zonder buizen met de kolkgoot van Nering Bögel
2 apr om 08:52 uurMooi fietsparkeren bij de Meelfabriek in Leiden
27 mrt om 11:54 uurDe Meelfabriek, opgericht in 1884, deed ooit dienst als een stoommeelfabriek. Na de Tweede Wereldoorlog maakte…