Monument op de schop, rest buiten schot
“Het Amstel Station is het derde station van Amsterdam, maar is in grootte te vergelijken met bijvoorbeeld Nijmegen of Eindhoven”, schetst Omgevingsmanager Amstel Station Geertjan Cronenberg. “Om de verwachte toename in reizigers aan te kunnen, wordt het hele gebied opnieuw ingericht. Het stationsgebouw zelf is een monumentaal pand, dat respecteren we. De rest gaat helemaal op de schop.”
Makkelijke overstap
In 2012 is begonnen met dit omvangrijke project. In het voorjaar van 2018 werd het busstation opgeleverd, afgelopen maand was ook het tramstation gereed. Het zijn deelprojecten binnen een grote klus, die ook de openbare ruimte behelst, en momenteel voor meer dan de helft geklaard is.
“Alles is erop gericht om een makkelijke overstap te creëren voor reizigers. Dat betekent onder meer dat we zo weinig mogelijk niveauverschillen tussen de verschillende soorten openbaar vervoer willen hebben”, vertelt Cronenberg. Dit punt is tevens van belang voor de toegankelijkheid van het ov-knooppunt. En hoewel het hele gebied opnieuw wordt ingericht, hebben de ontwerpers te maken gehad met een bestaande situatie. Of, zoals Cronenberg het verwoordt: “Het is hier geen nieuw Almere-Buiten. We moeten dealen met de situatie en de ruimte zoals die is.”
Geleidelijnen
Een van de zaken die horen bij een toegankelijke ruimte zijn geleidelijnen, die visueel beperkte reizigers kunnen gebruiken om de weg te vinden op Station Amstel. In een monumentale omgeving moet je afwegingen maken als het gaat om uitwerking waaraan de geleidelijnen moeten voldoen.
De gemeente koos op de haltes van het busstation Amsterdam Amstel voor de geleidelijnen van Van Wylick Routegeleiding. In tegenstelling tot veel andere producten, zijn de lijnen die hier zijn toegepast van roestvrij staal. Een duurzame keuze, benadrukt Lisette van Wylick. “Tot nu toe wordt dit type geleidelijnen eigenlijk nog niet veel gebruikt en ik begrijp eigenlijk niet waarom dat is. De initiële kosten zijn hoger, maar op langere termijn is het economisch gezien een logische keuze. Waar andere geleidelijnen, meestal van pmma of epoxy, na verloop van tijd beginnen af te brokkelen, behouden de lijnen van rvs altijd hun vorm.”
Logische keuze
In een tijd waarin duurzaamheid een steeds belangrijkere rol speelt, zijn deze rvs geleidelijnen dan ook een logische keuze, vindt Van Wylick. “Bovendien zijn ze niet moeilijker te produceren dan traditionele geleidelijnen. Integendeel. Ze zijn heel maatvast en op iedere ondergrond toe te passen. Bijvoorbeeld op natuursteen, waarbij architecten vaak zoeken naar een product met een chiquere uitstraling. Bovendien kunnen we de geleidelijnen ook al in de tegels maken en in hun geheel aanleveren bij het project.”
Afhankelijk van de ondergrond wordt de kleur van de geleidelijnen bepaald. “De contrastwaarde is bij de keuze van de kleur het uitgangspunt,” weet Lisette van Wylick. “Onze geleidelijnen zijn in iedere RAL-kleur leverbaar. Omdat in het ov ook veel wit wordt toegepast kunnen we de rvs- geleidelijnen voorzien van een dubbele poedercoating. ”
Van Wylick merkt dat sinds de ratificatie van het VN-verdrag voor rechten van mensen met een beperking de vraag naar geleidelijnen is toegenomen. Gemeenten, maar ook andere organisaties zijn immers verplicht om werk te maken van toegankelijkheid. “Dat is ook waarom we een nieuwe bv aan onze bedrijven hebben toegevoegd. Onder de vlag van VanWylick Wegdekreflectoren hielden we ons al bezig met geleidelijnen en aanverwante producten. Nu hebben we Van Wylick Routegeleiding opgestart.”
Gesprekken en schouwrondes
Om het Amstel Station zo toegankelijk mogelijk te maken voor mensen met een lichamelijke, visuele of auditieve beperking, is Geertjan Cronenberg om tafel gegaan met alle stakeholders. “We hebben overlegd met ProRail, de NS en Vervoerregio Amsterdam. Maar ook met Cliëntenbelang Amsterdam en Onbeperkt Oost, waarin vertegenwoordigers zitten van mensen met een beperking.” Bewoners maakten de groep compleet.
Op basis van gesprekken met deze klankbordgroep en van een aantal schouwrondes door het gebied werden de verschillende uitdagingen en maatregelen besproken. Daarbij werden ook de richtlijnen van CROW geraadpleegd en de Handleiding Geleidelijnen Amsterdam. Cronenberg: “We hebben de normen gecombineerd met de feedback uit het contact met de klankbordgroep. De normen en richtlijnen zijn namelijk multi-interpretabel. Soms past het ideaalplaatje ook niet. Je moet kijken naar de feitelijke gebruikseisen en de ervaringen ter plekke. Samen met de betrokken gebruikers hebben we de richtlijnen praktisch ingepast.”
Dit artikel is verschenen in Straatbeeld 04/2018. Lees meer van Straatbeeld in onze bibliotheek.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Vakbeurs Openbare Ruimte, Focus Op: Metten
22 sep 2023Vakbeurs Openbare Ruimte, Focus Op: Grijsen
22 sep 2023Vakbeurs Openbare Ruimte, Focus Op: GHM Eclatec
22 sep 2023Vakbeurs Openbare Ruimte, Focus Op: Furns
22 sep 2023Vakbeurs Openbare Ruimte, Focus Op: Cyber
22 sep 2023Zo blijven we ruimte creëren voor de voetganger
21 sep 2023Hoe vertaal je je strategische ambities naar concrete projecten in de buitenruimte?
19 sep 2023“Dan moet de straat 25 meter breed zijn”, lacht landschapsarchitect Marco Aarsen als hij nadenkt over wat er…
Via de methode Plek ZAT naar een toekomstbestendige leefomgeving
12 sep 2023Waar je een auto parkeert, kun je geen groen planten. En waar een speeltoestel komt, kan geen fietspad worden…