“Dan moet de straat 25 meter breed zijn”, lacht landschapsarchitect Marco Aarsen als hij nadenkt over wat er gebeurt als alle disciplines binnen de gemeente bij de inrichting van een locatie op hun strepen gaan staan. Het is beter om breder dan je eigen straatje te kijken, wil hij maar zeggen. “Je hebt geen tegenstrijdige belangen, maar een overkoepelend belang.” Aarsen legt het uit aan de hand van een ontwerpaanpak openbare ruimte waaraan hij met de gemeente Zaanstad werkt.
Hoe vertaal je je strategische ambities naar concrete projecten in de buitenruimte?
Een woonstraat waarin je aan twee kanten ruim kunt parkeren zodat iedereen zijn auto kwijt kan, waar de weg de ruimte heeft om voor een goede doorstroming te zorgen en waar ook de fietser zich veilig kan verplaatsen? Tegelijkertijd voetpaden die breed genoeg zijn om de toegankelijkheid voor alle doelgroepen te faciliteren? Met boomspiegels die voldoende ruimte geven om te groeien, zodat de bomen de straat leefbaar houden en voor verkoeling kunnen zorgen? Ruimte voor groenstroken die zorgen voor een frisse uitstraling, waarin klimaatadaptatie en biodiversiteit geborgd worden? Daarnaast groene en aantrekkelijke ontmoetingsplekken waar kunnen mensen verblijven, sporten en spelen, om de fysieke en mentale gezondheid en het sociale aspect mee te nemen? En niet te vergeten voldoende ruimte ondergronds om al het bovengrondse genot waar te kunnen maken?
Voor de ideale wereld van de losse, sectorale beleidsplannen kom je ruimte tekort, maar als je uitgaat van de bredere opgaven die er zijn, kun je met een integrale aanpak de achterliggende opgaven van die losse beleidsplannen wel degelijk realiseren, is de overtuiging van Aarsen. “Dat probeer ik altijd vanuit die brede opgaven te vertellen, zodat je mensen kunt laten zien wat je allemaal moet meenemen in je ontwerp, in plaats van sectoraal en vanuit de waan van de dag te ontwerpen.”
Mobiliteit en ruimte vanuit een integrale blik
Aarsen werkt voor Goudappel, dat diezelfde slag gemaakt heeft. Van oudsher een verkeersadviesbureau heeft Goudappel de afgelopen decennia de stap gemaakt naar mobiliteit en ruimte vanuit een integrale blik. “Je kunt niet zeggen dat je meer aandacht wil voor verblijven, ontmoeten en verkoelen en je mobiliteitsvisie daar niet op afstemmen. Dat gaat hand in hand. We gebruiken mobiliteitsoplossingen ook als middel om ruimte te maken voor andere zaken, zoals verblijven, ontmoeten en klimaatadaptatie: zo werken we samen aan een duurzame, gezonde en veilige leefomgeving voor iedereen”, legt Aarsen uit.
Dat is wat Aarsen en zijn collega’s eind september op de Vakbeurs Openbare Ruimte willen vertellen. “Alles heeft met elkaar te maken en gelukkig zien gemeenten dat ook steeds meer. Binnen gemeenten hebben die verschillende disciplines elkaar ook nodig: als wij dan met een integraal verhaal komen, dan helpt dat de verkeerskundige, de stedenbouwkundige en de ecoloog.” Het doet hem daarom goed dat mobiliteit tegenwoordig in de vakbeurs geïntegreerd is en de beurzen niet meer naast elkaar bestaan.
De ontwerpaanpak openbare ruimte van Zaanstad
Wat voor stad willen jullie zijn? Het is de eerste vraag die Aarsen altijd aan een gemeente stelt, om hen zo mee te nemen in de brede doelen waaraan de openbare ruimte bijdraagt. Bij een project met de gemeente Zaanstad, waar Goudappel samen met bureau Baljon aan werkt, geven zes geformuleerde hoofdopgaven en de omgevings- en maatschappelijke visie dat antwoord. “Dat zijn dan wel redelijk abstracte beleidsbegrippen. Hoe zorg je ervoor dat projecten in de openbare ruimte bijdragen aan deze doelen?”
Op die vraag moet de ontwerpaanpak openbare ruimte het antwoord geven: dat is een ontwerpaanpak voor de openbare ruimte waarin samen een kwaliteitsslag voor de Zaanse leefomgeving wordt gemaakt. “Het moet een kader opleveren voor investeringen, projecten en gebiedsontwikkelingen in de openbare ruimte.”
“Hiervoor hebben we met verschillende teams elf ambities opgesteld en uitgewerkt. Deze ambities laten zien hoe de openbare ruimte bijdraagt aan de zes Zaanse opgaven.” Een kernteam zorgt voor sturing. Brede ambtelijke ateliers met allerlei disciplines die werken aan de fysieke leefomgeving zorgen voor verbinding, verbreding en draagvlak in de organisatie. Een ontwerpteam, met ruimtelijke ontwerpers van de gemeente, zorgt voor inhoudelijke verdieping. “Daarnaast is er een team voor de bestuurlijke afstemming en een spoor waarin we in gesprek gaan met de inwoners en andere belanghebbenden.”
Uit de elf ambities rollen per ambitie mogelijke ontwerpprincipes. “Die bepalen waaraan ik me moet houden om te voorkomen dat het sectoraal blijft en de synergie ontbreekt: je neemt al die mensen vanuit hun eigen beleidsveld mee in die andere werelden. Dat gaat dan bijvoorbeeld bij groen en klimaatadaptatie over koele plekken en stadsparken als tuinen van de stad. Bij toegankelijkheid over bijvoorbeeld veilige oversteekplekken en ontwerpen vanuit de ooghoogte van kinderen. En bij mobiliteit kan het gaan over oplaadpunten voor auto’s en auto’s die meer te gast zijn, zodat er bijvoorbeeld meer ruimte voor voetgangers en verblijven kan worden gecreëerd.”
Een ecoloog met een mobiliteitsbril
In de drie stappen van het Zaanse Web, het ambitieweb voor Zaanstad, volgt daarna de vertaling naar het ontwerp. Stap één is een web waarin de verschillende beleidsterreinen van de gemeente bepalen hoe de elf ambities scoren in de huidige situatie van een locatie. “Je kijkt door die elf brilletjes naar een bepaald gebied.”
Daarna wordt hetzelfde gedaan voor de gewenste situatie in de toekomst, waarin bepaald wordt welke ambities per locatie het hoogst moeten scoren. “Het leuke van deze oefening is dat iemand die bijvoorbeeld vanuit economie aansluit en die geneigd is om alles vanuit het belang van de auto te bekijken, ook met al die andere brillen ernaar moet kijken. Of de ecoloog die door de mobiliteitsbril kijkt. Zo maken we samen een weging. We proberen met deze methodiek ook onderling begrip te kweken: je hebt geen tegenstrijdig belang, maar overkoepelend hetzelfde belang. Dat leidt vaak tot leuke inzichten.”
De derde stap is de ontwerpfase, waarin alles vanuit dat overkoepelend belang een plek krijgt. “Normaal gesproken heb je in de praktijk op beleidsniveau hoofdopgaven, dan een hele tijd niets en dan ga je meteen ontwerpen op projectniveau. Met deze methodiek vertalen we die opgaven in ambities voor de openbare ruimte, we bepalen wat we per gebied belangrijk vinden en gaan dan pas ontwerpen. Dat vind ik een belangrijke boodschap: dat je niet iets gaat ontwerpen omdat het mooi is of omdat het tijdelijk ‘hot’ is, maar dat je het op een integrale manier vanuit de brede opgaven doet, met een heldere blik op de toekomst.”
VAKBEURS
Goudappel bezoeken op de vakbeurs Openbare Ruimte? Kom naar standnummer 4.5.22.
Goudappel
Deventer
0570 - 666222
goudappel.nl
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
'Niet alleen de olie, maar ook het tandwiel zijn'
10 jun om 08:44 uurOm het kantoorgedeelte van het warehouse langs de A15 bij Pernis een aantrekkelijke uitstraling te geven, kiest…
De invloeden van klimaat en groen op toegankelijkheid
28 mei om 11:17 uurMadeliefjes voor de oude basisschool van Anne Frank
3 mei om 11:58 uurHet schoolplein van de Anne Frank 6e Montessorischool in Amsterdam, de basisschool die de beroemde…
Eindhoven vervangt asfalt binnenstad voor klinkers
19 apr om 19:41 uurEindhoven vervangt bij de herinrichting van de binnenstad de asfaltbestrating van de middenstrook voor gebakken…