TNO: Informele speelruimte telt mee

maandag 24 januari 2011
timer 3 min
Informele speelruimte is belangrijk voor het behalen van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Schoolkinderen brengen hier zelfs meer tijd door dan op formele speelplekken. TNO onderzocht het beweeggedrag in samenhang met de inrichting van openbare ruimte.
TNO: Informele speelruimte telt mee


Informele speelruimte flink bespeeld


Informele speelruimte voor kinderen, zoals pleinen en speeltuinen in een woonwijk, is belangrijk voor het behalen van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen*. Kinderen brengen bijna twee uur per dag buiten door, waarvan de helft van de tijd gespeeld wordt op pleinen en stoepen, ook wel informele speelruimte genoemd. In een echte speeltuin, de formele speelruimte, wordt minder tijd doorgebracht maar kinderen bewegen er intensiever.


Tussen de voordeur en de schoolbanken


TNO spant zich in voor de ontwikkeling van gezonde wijken. In het kader hiervan onderzocht het instituut in tien stadswijken hoe het beweeggedrag van kinderen in de basisschoolleeftijd samenhangt met de inrichting van de wijk. Met gebruik van GPS en versnellingsmeters onder 100 kinderen werd ook duidelijk op welke locaties zij bewegen.


Rapport: beweegwinst te behalen


Het rapport hierover verscheen op 31 december 2010. Tussen de voordeur en de schoolbanken is volgens projectleider Sanne de Vries nog veel beweegwinst te halen. Bijvoorbeeld door activiteiten te organiseren op (school)pleinen en speeltuinen of door boomstammetjes of interactieve oplichtende stoeptegels te plaatsen die uitdagen tot beweging.


Bereikbaarheid en verkeersveiligheid zorgen voor meer beweging


TNO adviseert stedenbouwkundigen en gemeenteambtenaren om bij het (her)inrichten van wijken vooral meer aandacht te besteden aan:

    * Het verlagen van de snelheid van auto's in de bebouwde kom.
    * Het creëren van goede en veilige wandel- en fietsverbindingen naar scholen en sport- en speelplekken.

In wijken waar in 2008 minder kruispunten waren en waar minder hard rijdende auto's/motoren rondreden dan in 2004, speelden kinderen meer buiten. Ook de afstand tot voorzieningen is voor kinderen van belang. Bij een afstand tot 350 meter tussen huis en school liepen of fietsten alle kinderen naar school. Snelheidsbeperkende maatregelen, zoals bijvoorbeeld invoering van eenrichtingsverkeer, verkeersdrempels en autoluwe zones rondom scholen, kunnen de veiligheid en toegankelijkheid van openbare ruimte voor de jeugd vergroten.

 

Download hier het TNO rapport Informele speelruimte.

Download hier de samenvatting van het TNO rapport Informele speelruimte.

 

Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

*Nederlandse Norm Gezond Bewegen: jongeren krijgen voldoende beweging als zij iedere dag minimaal 60 minuten tenminste matig intensief bewegen.

Bron: VWS