In elke editie van Straatbeeld schrijft een expert een column over het desbetreffende thema van het magazine. In editie 1 van dit jaar aan het woord: Jeroen Kluck. Kluck is Lector Klimaatbestendige Stad aan de Hogeschool van Amsterdam.
Heet hangijzer: warmtewerend

In de Maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving staan handige doelen die gemeenten zullen helpen de stad hittebestendiger in te richten. De meeste van deze doelen voor een hittebestendige inrichting hebben we beschreven in ons onderzoek De hittebestendige stad. Er staat er echter een doelstelling tussen waar ik vraagtekens bij plaats:
‘Het plangebied wordt zo ingericht dat een belangrijk deel van de oppervlakten (range 40-50 procent) warmtewerend zijn.’
Dat klinkt mooi (vooral omdat er ook bij staat dat groene oplossingen de voorkeur hebben) maar het roept bij mij allerlei vragen en gedachten op. Wat is ‘warmtewerend’ eigenlijk? Waarom 40 procent? Wat bereiken we met 40 procent warmtewerend oppervlak? Een spiegel is immers heel warmtewerend, maar zeker niet altijd fijn. Misschien bedoelen ze ‘niet-warmte-uitstralend’? En groen weert niet zozeer de warmte, maar zet met het zonlicht CO2 en water om in suikers en zuurstof en koelt daarbij door verdamping.
Een logische vraag is ook welke kleur steen/asfalt is dan wenselijk? Lichte bestrating wordt minder heet en zal daardoor in de nacht minder warmte uitstralen. Die warmte wordt echter overdag meer weerkaatst. Een onderzoek in de Verenigde Staten liet zien dat door het wit schilderen van zwart asfalt de gevoelstemperatuur overdag juist toenam door de reflectie van de zon. De vraag is daarmee of het doel is de temperatuur overdag of ’s nachts te beperken.
Deze regel in de Maatlat leidt misschien tot meer groene daken. Dat is een nobel streven als je ze biodivers inricht of zodanig dat mensen ervan kunnen genieten. Een willekeurig sedumdak doet echter niet zoveel tegen de hitte. En groene gevels vind ik mooi, maar hoe hoog moeten/mogen die zijn?
Nu is niet erg dat bij het opstellen van nieuw beleid af en toe zaken gekozen worden die nog niet helemaal doordacht zijn. En in de bijlage van de maatlat staat ook dat hier nader onderzoek op nodig is (maar wie leest die?). Laten we vooral niet wachten met het anders doen dan vroeger tot we alles uit onderzocht hebben. Vooral als de risico’s niet erg groot zijn, kunnen we beter gewoon de goede kant op bewegen. En meer groen in de stad is om meerdere redenen slim.
Ondertussen start ik nader onderzoek op naar ‘wat is warmtewerend?’.
Dit artikel is verschenen in Straatbeeld 1/2025. Lees deze editie gratis in onze digitale bibliotheek.