Ontwerpbureau SAB was verantwoordelijk voor het ontwerp van de buitenruimte van het DRU Industriepark. Lichtarchitect John Vranken van het Nederlands Licht Instituut werd door wethouder John Haverdil gevraagd om de verlichting voor zijn rekening te nemen. Hoewel het DRU-terrein bestaat uit verschillende pleinen, heeft Vranken vooral naar de locatie als geheel gekeken. “Ik wil dat de bezoeker getriggerd wordt, dat hij geneigd is om naar het licht te kijken. Ik vraag me daarbij af wat ik wil bereiken, maar ook wat de bezoeker kan verwachten. Moet hij zijn auto kunnen terugvinden of een object kunnen zien?”
Geen budgetten, geen richtlijnen
Vranken kreeg de vrije hand van de gemeente. “Ik hoefde me niet aan budgetten te houden. Voor de gemeente best een spannende stap. Tevens heb ik niet gekeken naar de richtlijnen van de NSVV. Daarvoor heb ik natuurlijk wel toestemming moeten vragen aan de gemeente. Mijn idee was om met reflectie te werken, om zo een prettig gevoel bij de bezoeker te creëren. Door bijvoorbeeld bomen aan te lichten, krijg je ook reflectie op het plein.”
Ontwerpen doet Vranken puur op gevoel, wat vervolgens vertaald moet worden naar berekeningen. “Het basisidee was ‘niet te veel licht’. Het mag ook donker zijn. Van tevoren heb ik in de buurt rondgevraagd en gevraagd wat men mooi vindt, maar ook wat er mist.” Het plein voor de SSP-hal was het eerste project waar Vranken mee aan de slag ging. Omdat hij hier veel met kleuren wilde werken heeft hij ook hier eerst met bewoners overlegd. Aan de overkant van het plein wonen namelijk mensen, zij moesten wel tevreden zijn met het licht voor hun woning.
De SSP-hal zelf werd ook aangelicht, met als doel de bezoekers als het ware naar de entree te trekken. Dat gebeurt met vijf rasters, verlichting om de entree heen én een kroonluchter in de hal die van buiten goed zichtbaar is.
Bewoners, bezoekers en vrachtwagenchauffeurs
Het werk dat Vranken had verricht rond de SSP-hal stemde tevreden. Hij werd daarom gevraagd zitting te nemen in het bouwteam van het DRU-terrein. Deel voor deel werden de plannen ontwikkeld voor de rest van het terrein. “Licht is beleving, dus je moet compromissen sluiten”, meent Vranken. “Voor iedereen moet het een prettige omgeving worden. Voor zowel bezoekers als bewoners, maar ook voor de vrachtwagenchauffeur die zijn producten komt leveren.”
Alle parkeerterreinen kregen dezelfde look. Lichtstokken op een relatief laag niveau zorgen ervoor dat mensen goed zichtbaar zijn. “Als je met iemand afspreekt op het parkeerterrein is het wel handig als je diegene ook goed kunt zien.” Tussen het helmgras onder de bomen zijn grondspots geplaatst die voor reflectie zorgen. Als het een beetje waait geven de wuivende grassen een golvend effect van licht.
Op de pleinen waar ook evenementen worden gehouden zijn naast de gekleurde lichtelementen ook hoge masten geplaatst. Als een evenement is afgelopen zorgt wit licht ervoor dat iedereen goed zijn weg naar buiten kan vinden.
Een bijzonder project is de sterrenhemel die Vranken ontwierp voor de oude beekloop die over het terrein loopt. Deze strook wordt gevormd door honderden kinderkopjes waarvan 300 stuks zijn ingeboord en voorzien van een ledlampje. Elk lampje wordt apart aangestuurd. De stenen met lampjes zijn later op stokjes tussen de andere stenen geplaatst. Doordat de ledjes om de beurt oplichten lijkt de beekloop in het donker op een sterrenhemel. De strook symboliseert zo op bijzondere wijze de oude watertoevoer naar de fabriek.
Voor het Nederlands Licht Instituut was het DRU Industriepark een prestigieuze klus, waar met tevredenheid op terug wordt gekeken. Het DRU Industriepark is een bijzondere locatie, nu met passende verlichting.