Smart City: ‘de trein is nog niet in volle gang’ 

donderdag 4 mei 2023
Wanneer is een stad slim? Hebben we de voordelen die een slimme openbare ruimte ons kan bieden goed in beeld of zijn we terughoudend? En zijn we voldoende toegerust om de mogelijkheden van slimme oplossingen te benutten? We spraken erover met Mettina Veenstra, lector Smart Cities op Hogeschool Saxion. “Er is al veel gebeurd op het gebied van smart cities het afgelopen decennium, er is kennis en ervaring opgedaan. Maar je kunt als kleinere gemeente best nog even afwachten, de trein is nog niet in volle gang.” 

Tekst: Mark Bos

Eerst maar eens de definitie, wat is een slimme stad volgens Mettina Veenstra? “Een slimme stad is een stad waarin gemeenten, inwoners, bedrijven en kennisinstellingen gezamenlijk technologie en data inzetten, in combinatie met de traditionele infrastructuur, met als doel betere beslissingen te kunnen nemen en een hogere kwaliteit van leven voor de inwoners te bereiken”, zegt ze.  

Veenstra bestudeert al sinds 2009 de mogelijkheden en gevaren van technologie in de openbare ruimte. Tot 2013 als principal adviseur en onderzoeker bij Novay en als lector Interactive Public Spaces aan de Hogeschool in Amsterdam. In 2013 stapte ze over naar Hogeschool Saxion in Enschede, waar ze lector Smart Cities is. Het onderzoek in dat lectoraat kent twee pijlers: de kwaliteit van leven voor inwoners verbeteren met smart city-toepassingen en sturing van overheidsbeleid op basis van data. In haar onderzoeken ligt de focus op de toepassingsgebieden klimaatadaptatie, energietransitie en duurzame mobiliteit. 

Efficiëntie als insteek 

In de begintijd van smart city probeerden grote technologiepartijen zoals IBM en Cisco steden technologie te verkopen die voornamelijk gericht was op efficiëntie, kijkt Veenstra terug. “Daarna is het besef ontstaan dat dit niet de enige manier is om de smart city in te steken: efficiënter, efficiënter, efficiënter. De smart city kan juist ook bijdragen aan de kwaliteit van leven van inwoners.”  

Ze voegt toe dat het laatste niet eenvoudig te realiseren is. Maar door inwoners en andere stakeholders te betrekken bij het ontwerpen of kiezen van smart city-toepassingen en regelmatig samen te bespiegelen op opgeleverde (tussen)producten, komen toepassingen die echt iets voor inwoners opleveren in zicht. “In die samenwerking met de stakeholders is de inwoner belangrijk. Je kunt je afvragen of die nu al genoeg betrokken wordt. Ik merk dat gemeenten dat nog lastig vinden.“ 

“Je moet vragen stellen: wat zijn de behoeften eigenlijk, wat is acceptabel. Focus met inwoners eerst op het nut en de behoeften. En ga dan al heel snel kijken of je prototypes in de openbare ruimte kunt plaatsen. Bijvoorbeeld van een slimme afvalcontainer of iets anders dat de aandacht trekt of nieuwsgierig maakt, zodat je discussies op gang krijgt met een breder publiek. Anders loop je het risico dat de discussie pas op gang komt als de definitieve versie, waarin veel geld geïnvesteerd is, er staat.“  

“Wij gaan als onderzoeksgroep voor het testen van een innovatieve visualisatie ook de straat op om te vragen wat inwoners ervan vinden en wat er misschien anders zou moeten. Zo krijgen inwoners die nooit naar inspraakavonden komen een rol in de discussie. Om ervoor te waken dat je met technologie en data de kwaliteit van leven verslechterd in plaats van verbeterd, zou dat wel eens nuttiger kunnen zijn dan de ethische commissies die je tegenwoordig in een aantal steden hebt.” 

Mettina Veenstra
Mettina Veenstra (foto Frank Visschedijk)

Smart niet altijd wenselijk 

Ze haalt een voorbeeld aan van een van de onderzoeken van haar onderzoeksgroep, waar in de Achterhoek een mobility-as-a-service-oplossing werd ontwikkeld. Uit de pilot met de ontwikkelde mobiliteitsoplossing kwam naar voren dat inwoners niet zomaar gebruik gaan maken van technologie. Het maakt niet uit hoe nuttig deze op papier ook is. 

“Ook al is in regio’s als de Achterhoek het aanbod aan openbaar vervoer de afgelopen jaren verminderd, mensen hebben wel oplossingen gevonden. Ze laten zich naar een OV-knooppunt brengen, ze pakken vaker de auto. Als er goedkoper of duurzamer aanbod komt, zoals ritdelen of elektrische deelauto’s en deelfietsen, gaan ze niet vanzelf voor die nieuwe opties. Hoe zorg je dat mensen weten dat de opties er zijn? Hoe neem je zorgen over beschikbaarheid van vervoersopties weg?” 

Het roept de vraag op in hoeverre een stad slim moet (willen) zijn. Die discussie moeten we blijven voeren, vindt Veenstra. “Niet voor ieder probleem wil je een technische oplossing. Soms zul je bijvoorbeeld liever voor een sociale oplossing kiezen. Verder is een bekend verschijnsel dat mensen niet zo snel van gedrag veranderen. Als je slimme technologie ontwikkelt voor inwoners, moet je bij de invoering veel aandacht besteden aan hoe je die gedragsverandering tot stand kunt brengen. Als je daar geen goede oplossing voor hebt, moet je misschien überhaupt niet beginnen het te ontwikkelen.” 

Besef 

Is er al breed het besef dat smart een middel is voor een hogere kwaliteit van leven? “De potentie van smart city-technologie om grip te krijgen op allerlei duurzaamheiduitdagingen als klimaatadaptatie wordt al vrijwel sinds het begin van de opkomst van het fenomeen smart city gezien. Smart city wordt ook vaak in één adem genoemd met oplossingen voor wereldwijde uitdagingen door toenemende verstedelijking. Duurzaamheid en verstedelijking zijn beide onderwerpen die raken aan de kwaliteit van leven voor inwoners.” 

“Dat wil overigens niet zeggen dat er al veel grote successen zijn geboekt op deze gebieden. In Nederland zijn er steden die relatief vooroplopen op gebied van slimme technologie voor steden en de inzet daarvan voor onder andere duurzaamheidsuitdagingen. De G40 hebben zich verenigd om gezamenlijk en van elkaar te leren op het gebied van smart city .”  

“Verder beseffen gemeenten steeds meer dat technologie kan helpen om inwoners en bezoekers mee te laten denken over de openbare ruimte in hun wijk of in de binnenstad. Via apps wordt inwoners om hun mening gevraagd over bestaande situaties of over nieuwe ontwerpen voor een openbare ruimte. Wij hebben als onderzoeksgroep ook ervaring opgedaan met een aantal gemeenten met een dergelijke app. We konden in binnensteden op specifieke plekken en tijdstippen relevante vragen stellen, bijvoorbeeld ’s avonds over veiligheidsbeleving. Gebruikers konden niet alleen vragen beantwoorden, maar ook foto’s maken om hun antwoorden kracht bij te zetten.” 

Data-infrastructuur 

Data speelt een belangrijke rol in een smart city. “Op basis van data kunnen gemeenten betere beslissingen nemen. Of kunnen inwoners bijvoorbeeld meer grip krijgen op de luchtkwaliteit in hun buurt. Je moet wel in de gaten houden wanneer je data wel of niet inzet en welke vormen van datagebruik je beter achterwege kunt laten. Dat gesprek moet je blijven voeren.” 

Er zijn nog steeds grote uitdagingen om data nuttig en eenvoudig toe te passen, vertelt Veentra. Ze benoemt dat de data soms van een lage kwaliteit is, niet toegankelijk voor iedereen die ermee moet werken, intern verspreid zit over afdelingen van een gemeente of juist extern is opgeslagen in applicaties van bedrijven die ingehuurd worden. 

“Er is geen centrale data-infrastructuur. Dit zorgt voor veel tijdverlies en voor het niet goed kunnen benutten van de mogelijkheden. “Daar lopen wij ook tegenaan: toen we als hogeschool een project met gemeenten over data over bezoekersaantallen en -beleving in binnensteden deden, ging er veel tijd verloren aan toegang krijgen tot data. Iedere deelnemende gemeente had bijvoorbeeld een andere leverancier voor weglusdata over kruispunten. We moesten overal een specifieke oplossing maken om de data te verkrijgen. Zo houd je vervolgens minder tijd voor de innovatie zelf over.”  

Smart Bin Shutterstock

Angst en gebrek aan kennis 

Naast die ontoereikende infrastructuur is er te weinig kennis over de technologie en data bij gemeenten, meent Veenstra. “Door de huidige arbeidsmarkt is nieuwe mensen aannemen niet eenvoudig. Het huidige personeel kan worden bijgeschoold, dat gaat niet snel.” Verder noemt ze angst voor technologie in combinatie met zorgen over regelgeving, privacy en financiering als een oorzaak waardoor slimme oplossingen soms moeizaam van de grond komen. “Niet goed weten wat er mag en mogelijk is en daardoor angstig zijn om te innoveren.”  

Die angst voor technologie bij gemeenten wordt aangewakkerd als het misgaat. Veenstra vertelt over een voorbeeld waarbij de gemeente Enschede om een beeld te krijgen van bezoekersaantallen een aantal jaar geleden wifi in de binnenstad inzette door binnenstadbezoekers (of eigenlijk hun telefoons) te tellen. Op basis van een vraag van een inwoner heeft de Autoriteit Persoonsgegevens het product van het ingehuurde bedrijf bestudeerd en geconcludeerd dat de privacy in het geding was. Daarop kreeg Enschede een flinke boete.” 

Halen die drempels de vaart eruit? Voorkomen ze dat we de voordelen van een smart city nog onvoldoende benutten? Veenstra geeft aan dat het logisch is dat zoiets tijd kost. Het is niet raar dat je begint met experimenten en pilots. “Bedrijven deden lange tijd op eigen kosten bij gemeenten aan innovatieve projecten mee met het idee iets te ontwikkelen dat ze ook bij andere gemeenten zouden kunnen verkopen. Maar deze zogenaamde opschaling volgde niet. Er ontstond een zogenaamde pilotmoeheid bij bedrijven. Maar er is wel ervaring opgedaan. En door al die experimenten en pilots is de smart city in Nederland nu volwassener geworden.” 

Advies voor gemeenten 

Wat zou ze gemeenten die stappen willen zetten adviseren? In ieder geval niet het wiel opnieuw uitvinden, noemt ze. “Van elkaar leren is belangrijk, maar blijft een lastig punt. Het ‘not invented here’-syndroom is best sterk aanwezig. Toch helpt het meekijken met bestaande initiatieven van de G40 om inzicht te krijgen in nuttige applicaties of manieren om met data belangrijke nieuwe inzichten te krijgen. Begin verder met een kritische houding: waarvoor vinden we het als gemeente en inwoners een goed idee om technologie in te zetten en waarvoor niet? En ga vervolgens uit van belangrijke of urgente problemen, of toch wat pragmatischer van onderwerpen waar je al de nodige data over verzamelt.” 

“Het is ook nuttig om een overkoepelende visie op slimme stad te hebben. Dat hebben nog niet veel steden. Dat zou ook een goed startpunt kunnen zijn. Je kunt ook gewoon nog even afwachten. Volledig de boot missen is niet een groot gevaar, de trein is nog niet in volle gang”, besluit ze. 

Dashboard Saxion
Bron: Saxion Deventer

 

Meer artikelen met dit thema

descriptionArtikel

De omgevingsvisie als startpunt voor een beweegvriendelijk Ede

22 okt om 08:19 uur

De Omgevingswet is bij uitstek een instrument om de beweegvriendelijke omgeving een boost te geven. Het begint…

Lees verder »
descriptionArtikel

Young professional in de openbare ruimte: Linda Siekman

11 okt om 11:00 uur

Ook in de openbare ruimte is de zoektocht naar een nieuwe generatie gaande. Straatbeeld geeft ter inspiratie in…

Lees verder »
descriptionArtikel

Ontmoeten op een natuurlijke manier

20 sep om 08:16 uur

Wooncomplex De Baak in Amsterdam is gebouwd om het maken van verbinding te stimuleren. Door de uitstraling van…

Lees verder »
descriptionArtikel

Gemeente en gebruiker profiteren van Marktstroom

13 sep om 08:20 uur

Al zestig jaar levert Seijsener onder andere stroomkasten.  Voor plezier- en beroepsvaart, campings en…

Lees verder »
descriptionArtikel

Ontmoet gemeente De Ronde Venen op Vakbeurs Openbare Ruimte

11 sep om 09:11 uur

"Ik zorg voor de schoonheid van de gemeente. Want als het groen niet goed wordt bijgehouden, dan wordt het een…

Lees verder »
descriptionArtikel

‘Er is één regel die we niet versoepelen: we werken veilig of we werken niet’

15 aug om 09:00 uur

In deze rubriek bieden we makers van de openbare ruimte de mogelijkheid om elkaar vragen te stellen. Erwin…

Lees verder »
descriptionArtikel

Hoeveel ruimte vraagt toegankelijkheid?

13 aug om 08:32 uur

Dat iemand die een hulpmiddel gebruikt om zich voort te bewegen meer ruimte nodig heeft, dat weten de meesten…

Lees verder »
descriptionArtikel

Beheer en toegankelijkheid: puntjes op de i

5 aug om 08:45 uur

Voor het toegankelijk maken van de openbare ruimte zijn de puntjes op de i van doorslaggevend belang. Die…

Lees verder »