Herziening richtlijn Openbare Verlichting
De Nederlandse Praktijk Richtlijn voor Openbare Verlichting, NPR 13201-1, wordt voor het eerst in acht jaar aangepast. Eind 2010 moeten de nieuwe nationale kwaliteitsrichtlijnen klaar zijn, inclusief impliciete aanbevelingen voor energiebesparing.
Herziening Openbare Verlichtingrichtlijn
dinsdag 15 juni 2010
2 min
Aanpassingen
De richtlijn, die beschrijft welke lichtkwaliteit nodig is voor een gebied met bepaalde gebruikers en functie, bestaat zo’n acht jaar. Omdat de techniek zich inmiddels verder ontwikkeld en energie-efficiënte verlichting sterk is verbeterd, moet de richtlijn worden aangepast. Daarnaast wil de werkgroep die vanuit de NSVV de herziening begeleidt voortschrijdende inzichten over bijvoorbeeld sociale veiligheid en verkeersveiligheid in de richtlijnen verwerken.
Eerst kwaliteit, dan besparing
De leden van de werkgroep kijken eerst naar de functie en gebruikers van een gebied. Op basis daarvan bepalen ze de gewenste verlichtingskwaliteit. Als er veranderingen in de functie of gebruikers in het gebied ontstaan, kan de benodigde lichtkwaliteit veranderen. Dit kan leiden tot besparingsmogelijkheden. “Als blijkt dat een bepaalde technologie de benodigde lichtkwaliteit kan waarborgen én energie-efficiënter is, moedigen we dat aan. Ook als bijvoorbeeld blijkt dat er in bepaalde gevallen minder licht nodig is bij ‘mesopisch zien’ zal dat in de nieuwe richtlijn worden verwerkt. Het werkt niet andersom. De lichtkwaliteit wordt niet naar beneden bijgesteld om energie te besparen”, aldus Ruben van Bochove, voorzitter van de werkgroep Herziening NPR13201-1.
Sociale veiligheid
Nieuwe inzichten rondom sociale veiligheid kunnen wel van invloed zijn op het vereiste lichtkwaliteit. Bochove: “Zelfs bij voldoende licht kan iemand die alleen over straat loopt door gebrek aan sociale controle worden overvallen. Dit soort inzichten zijn voor ons aanleiding om bijvoorbeeld de lichtkwaliteit in sommige gebieden gedurende de nacht ter discussie te stellen. Als de lichtkwaliteit omlaag kan, dan levert dat de gemeente direct energie- en milieuwinst op zonder dat het ten koste gaat van de veiligheid.”