“De trend van energiezuinige verlichting zet zich door”

1. Wat is ‘typisch’ Oss  in het OVL beleid van de stad? 

“Sinds begin jaren negentig is een belangrijk uitgangspunt in het OVL beleid van Oss energiebesparing. Ondanks forse toename van het aantal lichtbronnen door fusies en groei is het totale energieverbruik afgenomen. En met omvorming naar led, toepassing van dimmen en aandacht voor lichtvervuiling, daalt het energieverbruik nog steeds. Kenmerkend is ook dat vervanging niet op zich zichzelf staat, maar dat dit zo veel mogelijk integraal – met andere maatregelen in de openbare ruimte - wordt aangepakt.”   

2. Wat is er veranderd in het OVL werkveld de afgelopen jaren?

“Techniek en technologie om OVL energiezuiniger en gerichter toe te passen zijn toegankelijker en betaalbaar geworden. Zeker nu kosten voor investeren en beheren meer in samenhang worden bezien. Beheer wordt proactief opgezet en uitgevoerd en het is niet meer alleen de lamp brandend houden maar ook integraal mee ontwikkelen met recente (milieu-) technische en sociale ontwikkelingen.”

3. Hoe anticipeert de OVL organisatie binnen Gemeente Oss daarop?

“Met duidelijke bestuurlijke en politieke keuzes is er regie op instandhouding en ontwikkeling van de openbare verlichting. Langs welke weg en in welk tijdsbestek willen we wat bereiken?

Kansen worden verkend en benut in samenhang met andere maatregelen in de openbare ruimte. Om enkele voorbeelden te noemen: wensen om lichthinder te beperken en tegelijkertijd regionale fietsverbindingen beter en veilig te benutten hebben geleid tot toepassing van vraagafhankelijke verlichting en lichtere asfaltdeklagen.  Duurzame energieproductie en de afwezigheid van een voedingskabel resulteerden in een zelfstandige verlichtingsroute met zonne-energie. Aandacht voor duurzaamheid en donkerte en verlichten voor veiligheid wordt met statisch dimmen ingevuld. In de nacht wordt het verlichtingsniveau in stappen teruggezet naar 50%. Goede armaturen vervangen we nog niet, maar we plaatsen wel een retrofit led-lamp waarmee de eerste slag aan energiebesparing wordt gemaakt.”         

4. Wat is uw grootste OVL uitdaging?

“Minimale verlichting en een maximaal verkeers- en sociaal veilige en sfeervolle leefomgeving is de ultieme uitdaging. Ook een storingsvrije OVL en minder of geen afhankelijkheid van een netbeheerder en stroomlevering behoren tot de uitdagingen.”       

5. Wat is uw lichtvisie op de wat langere termijn?

“De trend van energiezuinige verlichting zet zich door en misschien komen we wel op een keerpunt waarbij OVL onderdeel wordt van het lokale netwerk van duurzame energieproductie. Ook de verandering van generiek verlichten naar specifiek zet zich door.  Voor fietsers en voetgangers zou de smartphone daarin wel eens een cruciale rol kunnen gaan vervullen.”

6. Wat is uw OVL droom?

“Uiteindelijk zou openbare verlichting ook overbodig kunnen zijn of op zijn minst zo flexibel en zelfstandig dat er geen energie meer aangeleverd hoeft te worden, met openbare verlichting die alleen brandt als er directe vraag is en die storingsvrij voor een lange periode kan functioneren.”

7. Wat zou u doen als u het nationaal voor het zeggen had in OVL?

“Ik zou nog eens heel kritisch kijken naar de Nationale PraktijkRichtlijn (NPR). Die werkt nu niet echt mee als het gaat om zuinig en beperkt verlichten. In Oss hebben we een bewuste keuze gemaakt om naar beneden af te wijken van de richtlijn. Maar dat roept ook vragen op en alle gelederen hebben toch de neiging om risicomijdend op te treden en veiligheidshalve te kiezen voor verlichting conform de NPR. Keer het om en denk zelf na en motiveer waarom verlichting lokaal misschien juist wat meer moet zijn. Het helpt ook als er een landelijk verbod op openbare verlichting zou zijn in meer gebieden. En als toepassing van led, binnen enkele jaren, verplicht is. Ook meer financiële armslag voor gemeenten kan helpen om sneller beter te verlichten.”