Op elf proeflocaties in Nederland en België, die representatief zijn voor beide grensregio’s, wordt alle kennis over stadsgroen in de praktijk getest op de klimaatrobuuste effecten. Op basis van de inzichten worden onderwijsprogramma’s ontwikkeld voor toekomstige hoveniers en gemeentelijke groenbedrijven.
Stadsgroen fleurt niet alleen straten op, maar heeft nadrukkelijk ook een functie voor klimaatadaptatie, de gezondheid en natuurbehoud. Met Europese subsidie wordt momenteel expertise uit Nederland en Vlaanderen gebundeld en uitgewerkt in demonstratieprojecten.
Bij de groenaanleg in Vlaanderen en Zuid-Nederland is diepgaande kennis opgebouwd over de bodem- en soortensamenstelling. Zo zijn groenvoorzieningen beter bestand gemaakt tegen klimaatverandering. Voor het eerst wordt deze waardevolle expertise gebundeld en in de praktijk toegepast. Daarvoor investeert het Europees subsidieprogramma Interreg Vlaanderen-Nederland 2,4 miljoen euro in het project Klimaatrobuust StadsGroen.
Stedelijk groen heeft tal van positieve effecten op de leefomgeving. Helaas heeft klimaatverandering een negatieve impact op zowel de kwaliteit als het beheer van openbaar groen. Om deze uitdaging aan te pakken, wordt de opgebouwde kennis samengebracht en ingezet op elf geselecteerde proeflocaties die representatief zijn voor de beide grensregio’s. Hier worden de beoogde klimaatrobuuste effecten gemonitord.
De belangrijkste doelen van het project zijn:
Op basis van de inzichten uit deze demonstratieprojecten worden onderwijsprogramma’s ontwikkeld voor toekomstige hoveniers en gemeentelijke groenbedrijven in het middelbaar en secundair onderwijs.
Het project Klimaatrobuust Stadsgroen richt zich op de aanleg en verbetering van in totaal 31,22 hectare stedelijk groen en heeft een looptijd van drie jaar (tot februari 2027). Dit project brengt twaalf partners in de grensregio samen, inclusief zes gemeenten en een intercommunale (vereniging van gemeenten in België). De demonstraties vinden plaats in Brugge, Mechelen, Genk, Maastricht, ’s-Hertogenbosch, Vlissingen en Intercommunale Leiedal. Verder zijn er drie kennispartners betrokken, waaronder Kragten, de Universiteit Gent, de HAS Green Academy, Katholiek Onderwijs Vlaanderen en CURIO.
De resultaten worden verankerd in praktijkonderwijs en bijscholing, waardoor de impact van het project duurzaam is.
Een centrale rol in dit project is weggelegd voor Kragten en dat dankzij hun expertise in klimaatbestendige stadsontwikkeling, van visie, beleid en data-analyse tot bodem- en plantconcepten met klimaatrobuuste beplanting. Samen met de Universiteit Gent ontwikkelen en testen ze nieuwe bodemconcepten en aanplanttechnieken, waarbij praktijkervaring en monitoringsdata worden gebundeld. Met hun brede netwerk zorgen ze ervoor dat de ontwikkelde concepten worden verspreid en geïmplementeerd, wat bijdraagt aan de langdurige impact en verdere kennisontwikkeling.
Bron: Kragten / Interreg Vlaanderen-Nederland
Foto boven: Shutterstock
