"Nee. Een duidelijker en korter antwoord kan ik niet geven." Aan het woord is Floris Boogaard, lector ruimtelijke transformaties bij het Kenniscentrum Noorderruimte van de Hanzehogeschool Groningen, waarvoor hij onderzoek doet naar klimaatadaptatie in het stedelijk gebied. Daarnaast is hij werkzaam bij het Global Center on Adaptation en consultant bij kennisinstituut Deltares. Hij schreef op ons verzoek een expertcolumn met als centrale vraag: gaan we de ambities voor 2050 op het gebied van klimaatadaptatie halen?
Klimaatadaptatie: gaan we de ambities voor 2050 halen?
"Eigenlijk weten we niet waar we staan en hoe snel we ons aanpassen aan het klimaat, dat zich sneller lijkt te ontwikkelen dan wij reageren. In de nieuwe KNMI 2023-klimaatscenario’s komen de lange termijn projecties voor intensievere buien, hitte, droogte en zeespiegelstijging hoger uit dan in de vorige klimaatscenario’s (2014). Geen verassing als je de IPCC-rapporten kent: het klimaat ís al veranderd. Dat merken we aan de vele records die de afgelopen jaren vallen met de toename van extremen in hitte, droogte en neerslag.
Mag het iets positiever? Ja, echt motiverend is dit niet, terwijl we in Nederland in vergelijking met andere landen eigenlijk best goed bezig zijn. Uit inventarisaties van onder andere climatescan.nl blijkt dat waterschappen en gemeenten in de afgelopen jaren duizenden klimaatadaptieve voorzieningen hebben aangelegd. Dit met name in het openbare gebied in steden, want gemeenten en waterschappen hebben weinig te zeggen over particulier gebied: dat is van huiseigenaren en bedrijventerreinen.
Veel ‘koppelkansen’ zijn nog onbenut, maar ook daar zit een stijgende lijn in met tegelwippen en klimaatadaptieve bedrijventerreinen. Maar hiermee halen we de steeds hogere ambities die we in 2050 bereikt willen hebben niet. Van 60 millimeter berging in de stad gaan we naar 70 of toch naar die Kopenhagen bui van 150 mm in 2 uur? Elke 300 meter een koelteplek en iedere druppel moet vast gehouden worden en infiltreren om droogte te bestrijden? We leggen de lat terecht steeds hoger: water- en bodemsturend, een groene maatlat en toekomstige verplichtingen om het water op nieuwbouwterreinen zelf te verwerken, zoals in onze buurlanden.
Technische oplossingen liggen voor het oprapen, de grootste uitdaging ligt vaak bij de communicatie tussen alle actoren die hierbij betrokken moeten worden.
Positief blijven: meer dan zevenduizend klimaatadaptieve voorzieningen zijn al in kaart gebracht voor hitte, wateroverlast en droogte. Veel hebben ook een positieve invloed op biodiversiteit, op circulair bouwen en naast technische invulling ook verbetering op gezondheid, bewegen en ontmoeten. Deze ‘nature-based solutions’ worden steeds meer standaard, in elke wijk en straat is er wel iets nodig om de ambities te bereiken: water verwerken waar het valt en voorzieningen voor hittestress zijn op huis- of straatniveau. We zien klimaatbomen, wadi’s, regenwatertuinen, waterbergende en doorlatende straten, waterpleinen, helofytenfilters. Maar ook ondergrondse voorzieningen als IT-riolen en Infiltratiekratten en -kolken die niet direct zichtbaar zijn, dragen bij aan onze klimaatadaptatie.
Maar, werken ze ook nog in 2050? Helaas niet allemaal. Er zijn. net als bij bezinkbakken voor gemengde riolering. wadi’s waar nog nooit een druppel water in heeft gestaan. Er is bij multifunctionele klimaatadaptatie namelijk afstemming nodig tussen groen, grijs en blauw en dit is er niet altijd voldoende, net als bij communicatie tussen beleid en beheer.
Gelukkig weten we op basis van onderzoek dat het overgrote deel van de klimaatadaptieve voorzieningen nog een goede bijdrage levert aan onze klimaatambities. Sterker nog, veel ‘pilots’ van voor de eeuwwisseling functioneren nog steeds met minder beheer inspanningen dan de reguliere grijze riolering, waar de nieuwe ‘KNMI buien’ nooit in zouden passen.
Het zijn dus geen pilots meer, we moeten ze opschalen. Klimaatactie. In elke straat. Elke schop die de grond ingaat klimaatbestendig. Zoals ik tien jaar geleden een column in Straatbeeld eindigde, sluit ik ook nu weer af met: ‘Technische oplossingen liggen voor het oprapen, de grootste uitdaging ligt vaak bij de communicatie tussen alle actoren die hierbij betrokken moeten worden. Van politiek tot bewoner, van beleid tot uitvoering, van plan tot beheer. Hoe simpeler de oplossing, hoe groter de kans van slagen.’
De kracht zit in de herhaling. Positief blijven: we zijn best goed bezig. Er komt met de nieuwe generaties die we opleiden veel meer besef dat het anders kan en moet. Handelsperspectief, vul het in zoals je wilt. Klimaatadaptatie kan eenvoudig en hoeft echt niet meer te kosten, dat kun je niet meer ontkennen. We hebben al veel ervaring die we (inter-)nationaal uitwisselen. Het moet gewoon samen en nog even iets kosten effectiever en sneller. We halen het vast wel. Toch?"
Deze column verscheen eerder in onze digizine over duurzaamheid in het najaar van 2023. Dat digizine is hier gratis te lezen.