Allen met de inbreng van burgers en de steun voor beleid kunnen de grote maatschappelijke opgaven waar Nederland voor staat worden aangegaan. Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving.
Toekomstbestendige leefomgeving kan niet zonder betrokken burger
Tot nu toe wordt bij burgerbetrokkenheid vooral uitgegaan van participatie en meepraten op uitnodging. Minder aandacht is er voor eigen initiatief, terwijl weerstand, de eigen ervaringen, wensen en mogelijkheden van burgers, en hoe het beleid voor verschillende groepen uitwerkt misschien wel veel belangrijker zijn.
Door burgers veel meer mee te nemen in het beleid, zowel in de vorming als de uitvoering, voelen ze zich beter betrokken bij de ontwikkeling van de leefomgeving én worden hun wensen en eisen beter meegenomen.
Dé burger bestaat niet
Beleid gaat vaak uit van een eenzijdig burgerbeeld, terwijl ‘de burger’ niet bestaat. Burgers verschillen in wat ze weten, willen, kunnen en daarmee in wat ze in staat zijn te doen. Het is zaak om deze verschillen als uitgangspunt te nemen bij de vormgeving en uitvoering van beleid. Zo zal het beleid beter rekening moeten houden met (verschillen in) cognitieve, financiële en sociale vermogens en meer aansluiting moeten zoeken bij de ervaringen en beweegredenen van burgers, en wat hen belemmert om iets met hun betrokkenheid te doen. Bij de uitvoering van beleid is het belangrijk dat er meer aandacht wordt besteed aan de verdeling van lusten, lasten en risico’s over de verschillende groepen in de samenleving.