Om de vergroening van steden te versnellen is een groennorm noodzaak. Op de Klimaat Expo in Houten schuiven donderdagochtend 18 april om 09.30 uur vijf mensen aan de Straatbeeld-gesprekstafel om het hierover te hebben. Edwin van der Strate, manager afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling bij Tauw, ontvangt dr Joao Cortesao (Sweco), Luuk Postmes (Gemeente Eindhoven), Lodewijk Hoekstra (NL Greenlabel) en dr.ir. Jeroen Kluck (HvA). Als opwarmer geven enkele tafelgasten plus twee andere experts alvast een schot voor de boeg. Aanwezig zijn bij het tafelgesprek? Kom donderdag om 09.30 uur naar de Klimaat Expo.
Stelling: Om de vergroening van steden te versnellen is een groennorm noodzaak
Er bestaat nog geen goede groennorm die we in Nederland kunnen gebruiken, een kwaliteitseis aan het groen ontbreekt bij alle bestaande normen en het realiseren van extra groen om te voldoen aan een norm kost tussen de 30,7 en 45,5 miljard euro voor heel Nederland verdeeld over periode van 25 jaar. Dat staat in het rapport 'Een praktische verkenning naar een Nederlandse groennorm', dat ANWB, Natuur & Milieu, Staatsbosbeheer en Vogelbescherming Nederland op 9 februari aanboden aan de demissionaire ministers Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) en Pauline van der Wal (Natuur en Stikstof).
Het door architecten- en ingenieursadviesbureau Sweco geschreven rapport onderzoekt diverse groennormen en biedt inzichten voor een mogelijke Nederlandse groennorm. Een groennorm bepaalt hoeveel groen er moet zijn in een stad en aan welke eisen dat groen moet voldoen.
In een tijd waarin klimaatverandering en verlies van biodiversiteit steeds meer zichtbaar worden, groeit de urgentie om actie te ondernemen en te vergroenen, zo vinden de initiatiefnemende organisaties: 'Groen in stedelijke gebieden biedt niet alleen een esthetische waarde, maar het is ook essentieel voor het behoud van de biodiversiteit, het verbeteren van de gezondheid van mensen en het aanpassen aan de veranderende klimaatomstandigheden zoals verdroging, wateroverlast en hittestress. Een duidelijke groennorm is dus van groot belang.'
We vroegen vijf specialisten wat zij van een algemene groennorm vinden, is het noodzakelijk voor een snellere vergroening van onze binnensteden dat zo’n norm er komt?
Dr. João Cortesão, consultant klimaatbestendige stad Sweco
Een groennorm zorgt er als beleidsinstrument voor dat er voldoende groen in stedelijke gebieden aanwezig is. Belangrijk is dat het daarbij niet alleen over kwantiteit gaat, maar ook over de kwaliteit en dat een norm integraal is en systematisch rekening houdt met drie kernthema’s van de hedendaagse uitdagingen voor stedelijke ontwikkeling: het opvangen van weersextremen zoals hittestress en wateroverlast, het verbeteren van gezondheid en welzijn van de inwoners en het versterken van de biodiversiteit in steden.
In ons onderzoek ‘Een praktische verkenning naar een Nederlandse groennorm’ concludeerden we dat er in Nederland nog geen goede, algemeen geldende groennorm bestaat. Bovendien constateerden we dat bij alle tien door ons onderzochte normen een kwaliteitseis ontbreekt. Het is daarom belangrijk dat er een algemeen geldende groennorm komt én dat we hier haast mee maken. Want de gevolgen van de klimaatverandering zijn goed zichtbaar om ons heen, we zijn al laat, hadden jaren geleden al moeten beginnen en moeten dus sneller gaan. Een goede groennorm heeft de kracht om dit proces te versnellen, want het stelt richtlijnen voor de hoeveelheid en kwaliteit van groen in steden.
Een goede groennorm geeft deze informatie aan besluitvormers, stadsplanners, ontwerpers en ontwikkelaars zodat mensen die de steden vormgeven groen in hun plannen integreren. De norm vertelt ze niet alleen dát ze het moeten doen, maar ook hoe: dus niet alleen hoeveel, maar ook waar en wat voor groen en hoe het bijdraagt aan gezondheid, klimaatadaptatie en biodiversiteit. Als je zegt dat je bijvoorbeeld 75 vierkante meter groen in de buurt van een woning nodig hebt, om wat voor groen gaat het dan? Is het een gazon, zijn het heesters of bomen? En welke leeftijd hebben die bomen dan?
Er is geen perfecte oplossing, overal zitten voor- en nadelen aan. Het is zaak die voordelen zoveel mogelijk te benutten en de nadelen te vermijden. Het idee van ‘hoe meer groen, hoe beter’ moet daarbij kritisch beschouwd worden, want dat is niet altijd het geval. Te veel groen kan ook tot nadelen leiden. Bijvoorbeeld met bomen: onderzoek heeft bewezen dat te veel bomen in de zomer voor opwarming kunnen zorgen omdat ze de verkoelende wind blokkeren of in de winter voor te veel schaduw zorgen. Ook zijn er bomen die allergene stoffen bevatten. Met dergelijke effecten moeten we ook rekening houden, daarom moeten meerdere expertises meepraten, het is een opgave die je slim en multidisciplinair moet oppakken.
SWECO heeft in het onderzoek vijf aanbevelingen gedaan die eisen stellen aan een landelijke groennorm. Zoals gezegd is de integraliteit van belang; zorg dat de norm de drie genoemde opgaven meeneemt. Ten tweede moet er een balans zijn tussen ambitie en haalbaarheid. Denk buiten de comfortzone. Sommige ambities zullen ten koste van andere gaan, zoals bijvoorbeeld mobiliteit, maar dan moet een goed compromis inpasbaar zijn. Het is dus goed om te zorgen voor een bandbreedte, het derde punt. Geen absoluut cijfer, maar het definiëren van een eis aan de bandbreedte, zodat besluitvormers en/of ontwerpers de flexibiliteit hebben om te kiezen.
Ten vierde is het belangrijk om aan te geven wat je verstaat onder groen: is particulier groen wel of geen onderdeel van de norm? Gaat het bij een norm van 55 vierkante meter om openbaar groen of kan dat ook, deels, met privégroen? Tot slot is het belangrijk om de eisen niet per inwoner maar per type buurt op te stellen. Bijvoorbeeld in een woning in een binnenstad is zicht op drie bomen niet overal haalbaar. Het is dan belangrijk dat de norm ook iets zegt over wat je dan voor alternatieven hebt, zoals bijvoorbeeld pergola’s of kleine bomen of heesters.
Anjo van de Ven, wethouder Groen in de stad, gemeente Alkmaar
Groen is heel belangrijk voor een gezonde en prettige leefomgeving. Het is onderdeel van de plek waar we wonen en werken. Groen is gezond, biedt veel mogelijkheden voor recreatie en zorgt voor verbinding. Verschillende soorten struiken, planten en bomen in de stad, de dorpen en het omliggende landschap dragen bovendien bij aan een klimaatbestendige gemeente. In Alkmaar zijn we daarom zuinig op ons groen.
Groennormen zorgen ervoor dat onze leefomgeving ook in de toekomst nog duurzaam, gezond en prettig is. Dat is belangrijk omdat het weer steeds extremer wordt. In Alkmaar zijn deze groennormen terug te vinden in het Beleidsplan Klimaatadaptatie. Hierin staat hoe we onder andere wateroverlast, hitte, droogte en biodiversiteit willen aanpakken. Bomen en struiken zorgen voor schaduw op warme dagen en bieden ruimte voor andere planten en dieren. Groen werkt als een spons en houdt (regen)water vast. De normen in ons beleidsplan worden via het omgevingsplan veranderd in regels waar iedereen zich aan moet houden bij het inrichten van de openbare ruimte.
We maken bij groennormen voor de openbare ruimte een onderscheid tussen nieuwbouw en herinrichting. Bij het planten van groen in nieuwbouw is een vergunning nodig, waarbij de aanvraag moet voldoen aan het omgevingsplan. Herinrichting gaat over het aanpassen van de openbare ruimte. Dit is vaak bebouwd gebied dat een nieuw uiterlijk krijgt en waar meer groen aan wordt toegevoegd. In Alkmaar lukt het ons goed om te zorgen voor meer groen in onze wijken. Dat komt omdat onze groennormen zijn gericht op doelen (doelvoorschriften). Met een doelvoorschrift gaat het om het bereiken van een specifiek doel, in tegenstelling tot een middelvoorschrift, dat gericht is op een bepaald middel. Dit betekent dat er meer flexibiliteit is om innovatieve en creatieve oplossingen te vinden en toe te passen.
Dankzij groennormen kunnen we wat groen is groen houden in Alkmaar. En waar groen verdwijnt compenseren we dit. Waar nodig zoeken we altijd naar kansen voor extra vergroening.
Lodewijk Hoekstra, Founder NL Greenlabel, presentator, kwartiermaker Groene Cirkel 'Groene Gezonde Stad' Provincie Zuid-Holland, Ambassadeur Natuurwijs, Ambassadeur Groen doen in de Klas, NL Greenlabel:
Meer groen juichen we als NL Greenlabel toe, alsmede de beoogde positieve impact die ermee gemoeid is. En een normering kan als basis daaraan bijdragen. NL Greenlabel heeft hiervoor de handschoen opgepakt door in 2019 het initiatief te nemen om natuurinclusief bouwen tot norm te verheffen via een brief aan drie ministeries. Mede hierdoor is er meer aandacht gekomen voor dit onderwerp zoals aanpassing van het BBL, het programma GIOS en de Klimaatmeetlat.
Maar een norm die te juridisch is, kan ook voor problemen zorgen zoals extra regelgeving voor gemeenten die toch al zo'n complexe opgave hebben. Denk aan Kader Richtlijn Water, de Omgevingswet, diverse provinciale convenanten en o.a. De Klimaatmeetlat. Een richtlijn zou daarentegen wel wenselijk kunnen zijn. In de Omgevingswet is al opgenomen dat de kwaliteit van de leefomgeving centraal moet komen te staan, wat zou moeten leiden tot meer groen en een gezondere leefomgeving.
Groen erbij alleen is niet een doel op zich. Groen kan mede zorgen voor gezonde, biodiverse, klimaatadaptieve leefomgeving en aantrekkelijke buurten. Het soort groen en de wijze van beheer is daarin van cruciaal belang, gekoppeld aan de uitgangspunten van o.a. Basis Kwaliteit Natuur. Een integrale aanpak is dan ook vereist en het meetbaar maken van ambities ook.
Onze conclusie is dat er al veel is en er ook al veel goed gaat. Het is cruciaal om te zorgen voor een versnelde koppeling tussen publieke en private doelstellingen. Zo kunnen we een antwoord geven op de grote opgaven van klimaatverandering en het prangende verlies van biodiversiteit. De initiatieven die er al zijn, kunnen dus bijdragen aan de beoogde vergroening (mits de aanpak integraal is en doelen meetbaar zijn).
Heldere kaders en richtlijnen vanuit het Rijk zijn zeer welkom, maar in de ogen van NL Greenlabel niet afdwingbaar in combinatie met alles wat al speelt voor gemeenten. We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden en daarmee kunnen veel kosten worden bespaard. Het grootschalig faciliteren van de transitie met instrumentaria, kennis, onderzoek en een nationale aanpak op het gebied van data en monitoring zijn key.
Nanda Sluijsmans, stedenbouwkundige en landschapsontwerper
‘Eens’, zegt Nanda Sluijsmans, stedenbouwkundige. ‘Het vergroenen van steden is tegenwoordig net zo belangrijk als ramen in een woning. De urgentie van vergroening wordt in de toekomst alleen nog maar groter, omdat buien steeds heviger worden en de zomers warmer en droger. We willen toch dat iedereen droge vloeren houdt als het flink regent? En we vinden allemaal dat iedereen, ook de mensen zonder airco, recht hebben op koelte. Daarnaast bespaart vergroenen miljoenen euro’s aan schade: aan funderingen, kapotte leidingen en aan verzakte bestrating. Groen geeft straten allure en we wandelen het liefst in straten met groen. Groen is van grote economische en maatschappelijke waarde.
Helaas gebeurt het nog te vaak dat bij een herontwikkeling of een nieuwbouwproject geen aandacht is voor groen of het groen er op het laatst uit bezuinigd wordt. Goedkoop nu, maar binnen enkele jaren peperduur voor gemeente en bewoners, want: wateroverlast, verzakkingen en te hete woningen. En voorzieningen die zomers voor ouderen en iedereen zonder auto, onbereikbaar worden.
Beleidsuitgangspunten zoals klimaatadaptief inrichten of een 3-30-300 regel zijn goed, maar nog te zacht. Een mobiliteitsnorm (voorheen parkeernorm) is hard, want anders geen omgevingsvergunning en dat vinden we normaal. Minstens zo belangrijk nu is een groennorm: een derde van de straat groen. Een mobiliteitsnorm en een groennorm dat kan toch niet beiden? Zeker wel! Dat betekent efficiënter met de ruimte omgaan. Langsparkeren vraagt twee keer zoveel ruimte als haaksparkeren op een buurt-parkeerterrein. En ja, iedereen heeft recht op goede mobiliteit. Maar dat is iets anders dan vijftien vierkante meter openbare ruimte ontnemen om daar 23 uur per dag een stilstaande auto te parkeren. Meer maatwerk in mobiliteit is nodig om de straat ook groen in te kunnen richten.
Meer groen duur in beheer? Geen beheerder die tegen bomen is (een boom heeft nauwelijks beheer nodig.) Wel moeten we niet elke vierkante meter een andere plant willen. Met de beheerders een groenplan maken, levert een gedragen plan en voorkomt vele kosten op onder andere rioolbeheer, wegbeheer en resulteert in een overtuigend gemeentelijke ja voor meer groen. Een groennorm is noodzakelijk voor gezonde, welvarende steden.’
Robbert Snep, senior onderzoeker Groene Steden - biodiversiteit | klimaatadaptatie | gezondheid, Wageningen Universiteit & Research (WUR)
De ambities om steden te vergroenen zijn de afgelopen jaren flink toegenomen, als gevolg van de groeiende stapel wetenschappelijk bewijs van WUR en andere kennisorganisaties dat groen de steden leefbaarder maakt: gezonder, natuurinclusiever en klimaatadaptiever. Een hogere ambitie betekent echter nog geen groenere stad. Zoals in het WUR-project Succesvol Implementeren Groene Stadsontwikkeling (groenestadsontwikkeling.nl) onderzocht: hiervoor dient groen serieus te worden genomen in de vele stedenbouwkundige processen die er continu in steden plaatsvinden.
In dat project komen een aantal knelpunten voor het bereiken van groene steden naar boven, waar het ontbreken van een landelijke groennorm er een van is. In 2023 onderzocht de WUR voor het Rijk hoe vanuit de wetenschap naar zo’n norm gekeken kan worden en welke ervaringen er al mee zijn. Tijdens dat traject bleek dat veel gemeenten aangaven dat een landelijke groennorm de lokale groenpraktijk sterk kan ondersteunen.
Nu, zonder groennorm maar met andere normen (zoals parkeernorm) blijft in de stadsontwikkelingspraktijk onvoldoende ruimte over voor goed functionerend groen (dat ook daadwerkelijk de baten levert waarom het wordt aangelegd). Met een landelijke groennorm is er een duidelijke richtlijn hoe lokaal met groen om te gaan, en doordat het een rijksnorm is kan de norm ook niet makkelijk aan de kant worden geschoven. Dit geeft de groenambtenaren een betere positie om de verstedelijkingsplannen echt groen te krijgen. Zo’n norm hoeft trouwens niet generiek voor heel Nederland te zijn, maar kan aangepast worden aan lokale setting en opgaven. Ook dat kan vanuit het Rijk met gemeenten worden afgesproken. Juist met de verdichtings- en uitbreidingsopgave, en de mobiliteits- en energietransitie, is het belangrijk dat groen voldoende van kwaliteit en kwantiteit is.
Als kansen worden gemist dit voor elkaar te krijgen, zullen steden minder leefbaar worden. Naast een goed verdienmodel voor vergroenen (een ander knelpunt) is een landelijke groennorm daarom een stap de goede richting in.
-> Lees ook de column van tafelgast Luuk Postmes over groen in de stad.